Schouten: 'Geen nieuwe criteria in regeling warme sanering varkenshouderij'
Bij een volgende regeling voor bedrijven die willen stoppen, de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv), die later dit jaar bekend wordt gemaakt, wordt stikstofuitstoot van veehouderijen in de buurt van Natura 2000 wel meegenomen.
PBL
Futselaar vraagt zich af hoe kan het dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bij haar berekening andere uitgangspunten heeft gehanteerd dan uiteindelijk in de saneringsregeling zijn opgenomen. Volgens Schouten klopt dat niet. „PBL heeft in haar doorrekening geen andere uitgangspunten gehanteerd dan in de regeling zijn opgenomen. PBL heeft een inschatting gemaakt van de afname van de stikstofemissie die met de Srv gerealiseerd kan worden. Zij heeft daarbij een aanname gedaan over het aantal varkenshouders dat daadwerkelijk over zal gaan tot beëindiging van hun productie, het aantal varkensrechten dat daarmee definitief van de markt zou verdwijnen en heeft die afname met een conversiefactor van het RIVM omgezet in een geschatte reductie van de stikstofdepositie”, aldus Schouten.
Deelnemers
Een belangrijke kanttekening blijft volgens haar dat de definitieve emissie- en depositiereductie nog altijd afhankelijk zijn van het uiteindelijk aantal deelnemers, het aantal dieren dat zij houden, de leeftijd van hun stallen, het type stal en de locatie waarop zij zijn gevestigd. Schouten zal de te verwachten stikstofreductie dan ook niet opnieuw laten doorrekenen.
Zij verwacht eind dit jaar meer zekerheid te hebben over welke varkenshouders daadwerkelijk hun productie gaan beëindigen en welke varkenshouders alsnog afzien van de beëindigingssubsidie. „Zodra deze zekerheid er is zal ik het RIVM opdracht geven om, op basis van de feitelijke gegevens, de reductie van stikstofemissie en -depositie te berekenen."
Afgevoerd
Daarbij dient volgens haar wel aangetekend te worden dat pas van feitelijke emissiereductie sprake is op het moment dat de dieren en de mest daadwerkelijk van de productielocatie zijn afgevoerd.Dat moment zal per varkenshouderijlocatie verschillen.” Schouten verwacht dat medio 2021 het merendeel van de productielocaties definitief beëindigd zal zijn.