Varkenshouderij uit Est wil fokzeugen koste wat het kost behouden
En mogelijk krijgt varkenshouder Peter van der Wel nog langer de tijd, mocht de hoogste bestuursrechter een dwangsom van de gemeente West Betuwe in de juridische ijskast zetten. Aanvankelijk stelde rechter en staatsraad Jaap Hoekstra aan de gemeente West Betuwe, een buurman en de varkenshouder voor om de dwangsom anderhalve maand op te schorten, zodat Van der Wel een groot deel van zijn varkens kan afvoeren. Want de varkenshouderij moet van de gemeente op straffe van een dwangsom van 10.000 euro de ammoniak(stikstof)uitstoot met 2.500 kilo per jaar naar maximaal 3.000 kilo terugdringen.
Vergunningsprocedure
Eigenlijk had Van der Wel al op grond van landelijke stal- en stikstofregels op1 januari 2020 zijn stallen zo moeten aanpassen dat er niet meer dan 3.000 kilo ammoniak naar de buitenlucht kan ontsnappen en de natuur aantasten. De veehouder was evenwel druk doende om een vergunning aan te vragen voor de bouw van splinternieuwe stikstofarme stallen met een luchtwasser. Alleen schoot het niet erg op met die vergunningsprocedure. Na klachten van een buurman besloot de gemeente Van der Wel met een dwangsom te dwingen de uitstoot terug te dringen. Van der Wel vroeg tevergeefs aan de gemeente om eerst de vergunningsprocedure voor de nieuwe stallen af te wachten.
Fokzeugen
„Die vergunning is er bijna en dan kan ik emissiearme stallen en een luchtwasser bouwen. Als ik daar niet op kan wachten moet ik de huidige stallen aanpassen of alle varkens weg doen, niet alleen de vleesvarkens, maar ook mijn fokzeugen. Als ik die kwijt ben kan ik wel ophouden. Want daar heb ik enorm veel in geïnvesteerd. En dan ben ik alles kwijt en moet ik helemaal opnieuw beginnen,” aldus Van der Wel tegen staatsraad Hoekstra. Diens raadsman voegde er nog aan toe dat het ruimen van alle varkens zeker het einde van de veehouderij betekent omdat de kosten voor het opzetten van een nieuwe varkensfokkerij die aan alle gezondheidseisen voldoet te hoog zijn.
Ademruimte
Staatsraad Hoekstra stelde daarop voor om alleen de vleesvarkens te ruimen en de fokzeugen en biggen in de stallen te laten. Daarvoor zou hij anderhalve maand de tijd krijgen. Alleen zag de gemeente dat niet zo zitten. De gemeentewoordvoerster vreest een fikse schadeclaim, mocht de Raad van State later in de bodemzaak de dwangsom vernietigen. Immers, dan zou Van der Wel de vleesvarkens voor niks hebben geruimd en voortijdig afgevoerd naar de slachterij. Bovendien duurt het waarschijnlijk nog een paar maanden tot een half jaar voordat definitief duidelijk is of de veehouder zijn nieuwe stallen mag bouwen. Daarop trok staatsraad Hoekstra zijn voorstel in en zei binnen enkele weken uitspraak te doen. Hij liet daarbij doorschemeren dat het dwangsombesluit mogelijk om technisch-juridische redenen onderuit gaat. Als dat zo is, krijgt Van der Wel weer wat ademruimte om zelf de nodige maatregelen te nemen. Zo niet, dan zal hij zo snel mogelijk na de uitspraak de vleesvarkens
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Susan Rexwinkel