LNV verscherpt regels nood- en alarmsysteem stallen
Houdt een veehouder zich de overgangsperiode niet aan de nieuwe normen? Dan krijgt hij of zij eerst een waarschuwing. Na 1 januari 2024 kan men direct een boete krijgen. De regels kunnen er voor zorgen dat een veehouder het alarmsysteem misschien moet aanpassen. Daarnaast is er ook een alarmplan nodig. De maatregelen moeten voorkomen dat er dieren lijden of doodgaan als de ventilatie uitvalt.
Twee signalen
Het alarmsysteem moet straks op minimaal twee verschillende manieren een signaal geven. Bijvoorbeeld via de satelliet, analoge lijn of met uw mobiele telefoon. Een akoestisch signaal, zoals een hoorn, is niet voldoende. Er moet gebruik worden gemaakt van een zogenaamde bewaakte verbinding. Dit betekent dat de veehouder een bericht krijgt als de alarmering niet goed werkt.
Ook als de telefoon- of internetverbinding is onderbroken of als er niet genoeg accuspanning is. Het systeem zal tevens de alarmopvolgers moeten waarschuwen. Dit zijn personen die direct in actie komen om storingen te herstellen of maatregelen te nemen. Het alarmsysteem dient volgens de nieuwe regels ook zonder stroom te werken en heeft daarom een eigen accu en voldoende vermogen om te blijven werken.
Verdere verplichting is dat de veehouder het systeem elke maand test en daarbij de datum en het tijdstip, storingen en uitgevoerde herstelacties registreert. De registratie van de maandelijkse testen moet 13 maanden bewaard blijven.
Alarmplan
Een veehouder zal daarnaast een alarmplan moeten opstellen. In een alarmplan staan de stappen die hij of zij neemt als het alarmsysteem afgaat. In dat plant staat de methode van testen van de verschillende onderdelen van het alarmsysteem. Bijvoorbeeld hoe men het temperatuuralarm of de alarmmelder test. De manier waarop het alarmsysteem waarschuwt. De namen en telefoonnummers van de alarmopvolgers en in welke volgorde deze personen worden gebeld. De gegevens zijn altijd actueel, ook als het plan verandert.
Een beschrijving welke maatregelen men neemt om het systeem te herstellen. Bijvoorbeeld hoe het systeem extra brandstof krijgt als de storing niet hersteld is binnen 6 uur. Al laatste moet in het plan ook de contactgegevens van de elektrotechnische storingsdienst staan. Vanaf 1 juli 2024 moet in dan plan ook staan hoeveel brandstof het noodstroomaggregaat nodig heeft om 6 uur te draaien. Het fysieke plan moet ergen op het bedrijf bewaard blijven. Alarmopvolgers moeten altijd toegang hebben tot het plan.
Nieuwe eisen noodsysteem
In een stal met kunstmatige ventilatie moet vanaf 1 juli 2024 ook een noodstroomaggregaat zijn. Dit zorgt ervoor dat het ventilatiesysteem blijft werken bij stroomuitval. De eisen hiervoor gaan een jaar later in dan de eisen voor het alarmsysteem en het alarmplan. De eisen van het noodsysteem is dat het aggregaat direct start nadat het alarmsysteem afgaat. Dit kan automatisch of handmatig, zolang er geen risico ontstaan voor de gezondheid of het welzijn van de dieren.
Het noodsysteem moet elke maand onbelast getest worden om te kijken of het aggregaat aanslaat, de juiste spanning en frequentie worden bereikt en of de motor stabiel draait. Een keer per jaar moet de veehouder het systeem belast testen of het aggregaat genoeg vermogen kan leveren voor een maximale bedrijfslast en waarborgt dat het ventilatiesysteem altijd goed werkt als de stroom uitvalt. Ook hier geldt dat de datum en het tijdstip, storingen en uitgevoerde herstelacties geregistreerd moeten worden en dit 13 maanden bewaard moet blijven.
Het ministerie verwacht dat de nieuwe regels de aankoop van noodstroomaggregaat door de regels zal toenemen en waarschuwt dat de veehouder op tijd begint, want er zijn lange levertijden.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Ministerie van Landbouw