Agractie en LTO kritisch op stikstofalternatief voor KDW
Op advies van Johan Remkes is vorig jaar een werkgroep gestart die heeft onderzocht of er een alternatieve omgevingswaarde in de wet opgenomen kan worden waarmee breder wordt gekeken naar de staat van de natuur, in plaats van alleen naar de drukfactor stikstof. Daarmee zou de KDW dan in de prullenbak kunnen. Dit is een grote wens van veel boeren. In de werkgroep zaten onder andere Agractie, milieuclub Mobilisation for the Environement, de provincies en het ministerie van LNV. LTO zat niet in de werkgroep.
Op verzoek van demissionair stikstofminister ChristIanne van der Wal stonden de doelen (ten minste 40 procent stikstofreductie in 2025 en in 2035 ten minste 74 procent stikstofreductie) niet ter discussie. Het betekent dat het alternatief een vergelijkbare ambitie moet hebben als de huidige omgevingswaarden voor stikstofreductie.
Resultaatverplichting
Het alternatief dat onderzocht is, draait om instandhoudingsdoelstellingen. Deze geven voor alle habitattypen en soorten in een Natura 2000-gebied aan of de instandhouding moet zijn gericht op alleen behoud (handhaving van de huidige situatie) of dat ook herstel moet worden nagestreefd om een habitattype of soort weer in een gunstige staat van instandhouding te brengen. Aan de hand van actuele informatie uit beheerplannen en de aanwijzingsbesluiten, moet vastgesteld kunnen worden wanneer een habitat of soort zich in een gunstige staat bevindt.
De basis van het onderzochte alternatief is om in plaats van de wettelijke omgevingswaarde voor stikstof, een omgevingswaarde in de wet op te nemen waarbij in ‘x’ procent van het Natura 2000-areaal de instandhoudingsdoelstellingen, zoals vastgelegd in de aanwijzingsbesluiten, in het jaar ‘y’ behaald dienen te worden. Dit nader te bepalen percentage geldt ook voor niet-stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden.
Tijd
De werkgroep is het erover eens dat het beter is te sturen op het behalen van een beleidsdoel waarin de staat van de natuur centraal staat dan alleen op de drukfactor stikstof.
Toch is op dit moment het alternatief nog niet uitvoerbaar voor het in werking laten treden van de alternatieve omgevingswaarde in de wet, omdat nog onvoldoende wordt voldaan aan de randvoorwaarden voor het sturingssysteem. Voor een wetstraject is circa twee jaar nodig. Voor de inwerkingtreding van het alternatief maakt dat niet uit, maar er moet op dat moment wel zekerheid zijn dat op het eerste evaluatiemoment ook echt geëvalueerd kan worden. Als dan nog allerlei data ontbreken en beheerplannen niet concreet zijn, dan is het alternatief juridisch niet houdbaar en kan dat zorgen voor rechtszaken.
Ontbreken van data
Er is dus nog een lange weg te gaan, omdat aan de randvoorwaarden niet wordt voldaan. Eén daarvan is dat beheerplannen van Natura 2000-gebieden geconcretiseerd dienen te worden, zodat alle instandhoudingsdoelen per gebied duidelijk geformuleerd kunnen worden.
Ook het ontbreken van data over de natuurkwaliteit in de beschermde natuurgebieden is een probleem, concludeert de Ecologische Autoriteit bij de analyse van bijna alle natuurdoelanalyses.
Daar wringt de schoen bij Agractie. 'Het kan toch niet zo zijn dat het ontbreken van data een reden is om dan maar af te zien van het sturen op de Staat van Instandhouding, zoals expliciet bedoeld is in de Vogel- en Habitatrichtlijnen, en te gaan sturen op wettelijk vastgestelde emissiereductiedoelstellingen. De minister maskeert hiermee de tekortkomingen op het gebied van data', schrijven ze in een persbericht.
Een andere randvoorwaarde die volgens de werkgroep nog niet voldoende geborgd is, gaat over de aanpak van drukfactoren zoals stikstof. Dit gebeurt nu nog onvoldoende. Daarvoor is landelijk beleid nodig en daar zet de minister nu op in via het NPLG en de stikstofaanpak.
Emissiereductiedoelen
Naast het sturen op de Staat van Instandhouding, vindt de minister het ook belangrijk om alternatieven voor omgevingswaarden, zoals emissiereductiedoelstellingen, te onderzoeken. Emissiereductie heeft de afgelopen periode al een centralere plek in het beleid gekregen: zo zijn er vorig jaar februari indicatieve emissiereductiedoelen voor de sectoren industrie, mobiliteit en landbouw gepubliceerd. Ook het NPLG kent al emissiereductiedoelen voor ammoniak voor de provincies.
Emissiedoelen kunnen volgens de minister tot meer duidelijkheid leiden voor individuele ondernemers, omdat het voor hen vaak lastig is de KDW-doelen uit te wet te relateren aan hun eigen inspanningen op het bedrijf. Op dit moment worden de voor- en nadelen onderzocht van wettelijke emissiereductiedoelstellingen. Dat onderzoek wordt in samenhang uitgevoerd met de uitwerking van het voorgestelde alternatief uit de werkgroep gebaseerd op de SvI.
Effect natuur
Agractie is geen voorstander van dit plan. 'Bij het invoeren van wettelijk vastgelegde emissiereductiedoelstellingen wordt er nog steeds gestuurd op stikstof terwijl volstrekt niet duidelijk is of de natuur hiermee gebaat is. Ook is er geen juridische grondslag voor wettelijk vastgestelde (verregaande) emissiereductiedoelstellingen. Bovendien lost het omzetten van de huidige KDW doelstellingen in wettelijk vastgestelde emissiereductiedoelstellingen de vergunningenproblematiek niet op en het helpt ook niet om de PAS melders en Interimmers te legaliseren.'
'Agractie Nederland ontkent niet dat stikstof een drukfactor kan zijn wat betreft het halen van instandhoudingsdoelstellingen en dat stikstofreductie een onderdeel kan zijn van natuurherstel en lokale en generieke bronmaatregelen, maar dan wel op een afgewogen manier waarbij rekening wordt gehouden met de sociaal economische impact van maatregelen.'
Besluit aan nieuwe kabinet
De minister laat een besluit over het alternatief voor de KDW aan het nieuwe kabinet. Wel wil ze ondertussen blijven werken aan het op orde brengen van de randvoorwaarden, zoals het verminderen van stikstof (drukfactor) op de natuur.
Ze geeft nog wel een waarschuwing mee aan het nieuwe kabinet: 'Hoewel het volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn niet verplicht is om omgevingswaarden voor stikstof vast te leggen in de wet, bestaat er zonder wettelijke verplichting voor een omgevingswaarde én daaraan gekoppeld een wettelijk geborgde stikstofaanpak met concrete maatregelen een aanzienlijk risico dat Nederland zijn verplichtingen uit de VHR niet nakomt. Kort gezegd gaat het er dus om dat er effectief en geborgd maatregelen worden genomen om de stikstofuitstoot te verminderen.'
Agractie begint liever vandaag dan morgen. 'Het wetgevingstraject kan morgen opgestart worden. Ervan uitgaande dat er een doelstelling wordt geformuleerd voor bijvoorbeeld 2035, is er tijd genoeg om data op orde te brengen. Daar is echter wel bestuurlijke en politieke wil voor nodig.'
LTO ziet niks in Staat van Instandhouding (SvI)
Waar de werkgroep voorstander is van het sturen op de Staat van Instandhouding (SvI), is LTO dat juist helemaal niet.
LTO denkt dat het geschetste alternatief boeren niet gaat helpen, en juist meer onduidelijkheid schept. De minister wil doorgaan met het sturen op emissiereductiedoelstellingen. Dit laatste kan wat LTO betreft alleen van de grond komen als de KDW uit de wet gaat, er inzicht komt in droge depositie en er een drempelwaarde wordt ingesteld.
LTO heeft grote zorg dat er met de SvI nieuwe waarden terugkomen waar boeren niet op kunnen sturen. LTO ziet op de korte termijn niet de staat van instandhouding, maar het verslechteringsverbod als uitgangspunt voor handelingsperspectief. Bij het verslechteringsverbod gaat het niet om een momentopname, maar over hoe een soort of type zich langjarig ontwikkelt.
Droge depositie
Ook schrijft de minister alternatieven zoals emissiereductiedoelstellingen te willen onderzoeken. LTO heeft hiervoor een eigen notitie geschreven met bijbehorende voorwaarden. De KDW moet uit de wet en er moet inzicht zijn in de droge depositie om zicht te krijgen op een reële opgave.
Daarna kan er pas gesproken worden over geborgde emissiereductie, mits er ook een drempelwaarde wordt vastgesteld. Belangrijk voor het vaststellen van doelen voor de agrarische sector is dat er integraal naar de opgaven voor de veehouderij gekeken wordt (andere emissies, dierenwelzijn), er een redelijke overgangstermijn komt en dat de overheid voortvarend meewerkt aan het borgen van management- en stalmaatregelen.
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bronnen: Tweede Kamer, Agractie, LTO