ZLTO wil stallendeadline van tafel: ‘Grote zorgen dat Brabantse veehouders illegaal worden verklaard’
De boerenbelangenbehartiger deed vrijdag een oproep tijdens een inspraakronde op het provinciehuis in Den Bosch over de stallendeadline. ZLTO wil de stallendeadline van tafel. „Pas de omgevingsverordening aan zodat bedrijven niet in de illegaliteit belanden. Niet aanpassen betekent jarenlange juridische procedures, diepe frustraties, groot wantrouwen en nog meer pijn op het platteland."
Illegaal
„Laat ik met de deur in huis vallen: ik heb grote zorgen dat veel veehouders in Noord-Brabant op 1 juli van dit jaar illegaal worden verklaard”, stelt ZLTO’er Angelique Huijben-Pijnenburg tegenover de Brabantse Statenleden vrijdag. „De signalen die we van onze leden krijgen, is dat vergunningenaanvragen nog steeds op de plank bij de omgevingsdienst liggen. Het ziet er niet naar uit dat dit op korte termijn verandert.”
Het Brabantse college (Gedeputeerde Staten) heeft de Brabantse veehouderij beloofd om niet te handhaven bij bedrijven die een vergunningaanvraag hebben gedaan. ZLTO is er vanwege milieuprocedeerder MOB echter niet gerust op. „U weet net zo goed als ik dat er een actiegroep in ons land is die onmiddellijk de juridische messen zal slijpen en een gedoogbeleid in kort geding bij een rechtbank zal aanvechten.”
Onrust
Het zorgt waarschijnlijk voor slapeloze nachten bij onder meer varkens- en pluimveehouders. „Naast juridisch wapengekletter, een onzekere rechterlijke uitspraak en de nodige publiciteit zal dit vooral bij de veehouders en hun gezinnen tot grote onrust, frustratie en wanhoop leiden. De Brabantse variant van het PAS-debacle dreigt dan. Dat vind ik, dat vindt ZLTO onacceptabel.”
Zij noemt de ‘stallendeadline’ liever een ‘stallendrama’. „De oorsprong van het ‘stallendrama’ zoals ik het inmiddels wel durf te noemen, vindt zijn oorsprong in 2017. Toen besloot deze provincie om voor de muziek uit te gaan lopen. Ik ga geen oude koeien uit de sloot halen, ik trek de goede intenties, toen en nu, niet in twijfel. Ik pleit voor realisme. Over het doel, minder uitstoot van stikstof, zijn we het eens. Nu de weg ernaartoe nog. De autonome ontwikkeling en het generieke beleid ten aanzien van de derogatie zorgen al voor een afname van het aantal dieren. Bij mestaanwending zullen er minder emissies vrijkomen.”
LBV(+)
De ZLTO’er noemt ook de LBV(+)-regeling. „Wij weten dat een flink aantal Brabantse veehouders mee gaat doen. Dat maakt dat de stikstofdepositie bij de Natura 2000-gebieden harder gaat dalen.”
POV en BAJK
Wilbert Egelmeers van de POV (varkenshouder) benadrukt dat varkenshouders al 80 procent hebben gereduceerd. „We werken aan alle doelen, niet alleen aan ammoniakemissie. We kunnen niet overal een tien op halen, nu investeren in ammoniakemissie betekent dat we niet kunnen investeren in andere klimaatopgaven."
Egelmeers: „We vragen met klem: haal het stallenbeleid van tafel. Houd boeren niet aan het onhaalbare."
Varkenshouder Cas van Zutphen: „Jullie maken de sector kapot. De gedeputeerden zijn bij ons op het bedrijf geweest, zagen een prachtig bedrijf. Dat bedrijf wordt door jullie kapot gemaakt. Dat moeten jullie dan ook face-to-face zeggen tegen de varkenshouders in Brabant. Er is geen ruimte voor onze bedrijven."
Tim de Wit van BAJK, zelf melkveehouder: „De vloer die wij moesten leggen functioneert niet zoals verwacht, en heeft op alle fronten gefaald. 13 jaar geleden wilde Brabant vooruitlopen, nu staan we 1-0 achter. Dat overkomt andere veehouders nu ook. Gun ons de tijd om na te denken over een haalbare en realistische tijdsplanning."
Adviesbureaus Van Dun en Exlan spreken ook in: 'Geen juridische zekerheid'
Fonny van de Heijning, van Van Dun Advies BV, geeft aan dat rechterlijke uitspraken erop wijzen dat Brabant wel moet gaan handhaven. „Ik heb een dringend verzoek: de stallendeadline opschuiven totdat stalsystemen juridisch houdbaar zijn."
Lambert Polinder van Agrifirm Exlan: „Veehouders willen wel investeren, maar zitten in een spagaat vanwege de juridische onzekerheid."
Exlan schrijft in een schriftelijke verklaring: 'Belangrijkste observatie is dat de bereidheid bij veehouders om gevolgen van activiteiten voor de omgeving te beperken, groot is. Tegelijk zien we echter dat het antwoord op de vraag naar het hoe het halen van destallendeadline moeilijker te geven is, naarmate de tijd vordert en zich nieuwe ontwikkelingen voordoen. Voor melkrundvee- en vleeskalverenhouders heeft dat algeleid tot het opschuiven van de deadline. Voor andere diersoorten echter nog niet.'
Exlan legt uit: 'Veel veehouderijen die nog niet voldoen aan de stallenmaatregel hebben voor 1 oktober 2023 een aanvraag om een vergunning ingediend. Daarbij is door veehouders aangesloten bij de systemen die op grond van de Regeling ammoniak en veehouderij (hierna Rav) voldoen aan de emissie-eisen uit de stallenmaatregel. Dat betekent dat met name in de geiten- en varkenshouderij vooral luchtwassers zijn aangevraagd. Voor pluimveehouderijen zijn vooral systemen aangevraagd die uitgaan van het principe dat drogere mest minder emissie veroorzaakt.'
Passende beoordeling
'Noord-Brabant heeft de Handreiking passende beoordeling luchtwassers het licht doen zien, om vergunningverlening voor luchtwassers weer vlot te trekken. We zien echter dat, ondanks die handreiking, nog geen vergunningen worden verleend. Na verlening van dergelijke vergunningen verwachten we dat die vergunningen het onderwerp worden van bezwaar- en beroepsprocedure. Daardoor zal het nog jaren duren voordat zekerheid bestaat of een vergunning met de passende beoordeling op grond van de handreiking standhoudt.'
Overigens werkt het rijk ook aan zo’n (handreiking voor een) passende beoordeling. 'Het feit dat die er nog steeds niet is, laat zien dat de materie uitermate complex is en daarmee kwetsbaar in juridische procedures. De rechtsonzekerheid zal daarom zelfs voor varkenshouderijen uitstrekken tot ver na de deadline. We zien dat in de pluimveehouderij andere emissie reducerende systemen dan luchtwassers zijn aangevraagd. Daarin voorziet de Handreiking passende beoordeling luchtwassers niet. Met de onzekerheid over emissiefactoren uit de Rav kunnen vergunningen, hoewel tijdig aangevraagd, zelfs niet worden verleend. Rechtszekerheid over de benodigde vergunningen zal daarom nog langer op zich laten wachten.'
Omgevingswet
Exlan: 'Met de invoering van de Omgevingswet doet zich overigens een nieuw probleem voor. Veel veehouderijen hebben voor 1 oktober 2023 een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) aangevraagd om te voldoen aan de verplichting tijdig een aanvraag in te dienen. Na verlening van een dergelijke vergunning blijkt zo’n omgevingsvergunning feitelijk niets meer waard te zijn, omdat het overgangsrecht niet goed is geregeld in de Omgevingswet.'
Exlan: 'Met een aanvraag voor 1 oktober 2023 kon op grond van artikel 2.69, het tweede lid, van de Interim omgevingsverordening gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om een iets minder strenge emissie-eis toe te passen. Bovendien is de toezegging gedaan dat bij bedrijven die voor 1 oktober 2023 een aanvraag indienden en waarvan de vergunning niet tijdig kon worden verleend, geen handhaving zou plaatsvinden op 1 juli 2024. Vanwege die incentives hebben veel veehouders aanvragen voor 1 oktober 2023 ingediend.
Grote vraag is nu of het overgangsrecht in de nu geldende Omgevingsverordening in Brabant wel voorziet in het van toepassing blijven van de hiervoor genoemde incentives.'