MIA en Vamil blijven in trek
In totaal stak het Nederlandse bedrijfsleven in 2012 voor 1,9 miljard euro in duurzamere en innovatieve technieken. Dat is 700 miljoen meer dan in 2011, zo blijkt uit het jaarverslag 2012. Bijna 40 procent daarvan ging naar land- en tuinbouw.
Fiscale aftrek
Op basis van alle investeringen werd gevraagd om 112 miljoen euro aan fiscale aftrek via de MIA en 49 miljoen via de Vamil. Het uiteindelijk goedgekeurde bedrag, 109 miljoen, ligt iets lager dan de 125 miljoen euro die vorig jaar beschikbaar was voor de twee regelingen.
655 miljoen euro
In totaal investeerde de landbouw vorig jaar 655 miljoen euro in duurzamere en innovatieve technieken. Daarnaast werd in de tuinbouw ook nog 126 miljoen betaald voor hetzelfde doel. De industrie (128 miljoen euro) en handel (139 miljoen) gebruiken MIA/Vamil beduidend minder dan landbouw, bouw, dienstverlening en vervoerssector.
Asbestverwijdering
De agrarische investeringen gingen vooral naar de bouw van duurzame stallen en kassen en naar vervanging van asbestdaken, gedeeltelijk in combinatie met plaatsing van zonnepanelen. Een boer die verwijdering van asbestdaken combineert met de plaatsing van zonnepanelen komt sinds 1 juli vorig jaar in aanmerking voor Vamil. In totaal kwamen er ruim 1.800 aanvragen voor asbestverwijdering binnen, waarvan ruim²50 incombinatie met plaatsing van zonnepanelen. In totaal betekende dat een investering van 33 miljoen euro.
Gemiddeld investeringsbedrag
Het totaal aantal aanvragen voor MIA/Vamil was in 2012 ruim 75 procent groter dan in 2011. Een belangrijk deel van deze groei is te danken aan meer belangstelling voor duurzaam bouwen en duurzaam vervoer en transport. Het gemiddelde investeringsbedrag per aanvraag is iets gedaald naar 119.000 euro (MIA) en 108.000 (Vamil) euro.
Rentevoordeel
MIA geeft ondernemers een extra aftrek van de fiscale winst die kan oplopen tot 36 procent van de kosten van een duurzame investering. Vamil levert een liquiditeits- en rentevoordeel op. Ondernemers kunnen namelijk investeringskosten voor 75 procent op een willekeurig moment afschrijven. Uiteraard is dat het tijdstip dat de ondernemer het best past.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ellen Meinen