Kavelruilvrijstelling onder de loep
Dit ligt anders bij de aankoop van een agrarisch bedrijf. In dat geval moet u over de bedrijfsgebouwen en het daarbij behorende erf 10,4% en over het woonhuis met ondergrond 2% overdrachtsbelasting afdragen. Met toepassing van de kavelruilvrijstelling is dit te voorkomen.
Voorwaarden voor de kavelruilvrijstelling
Bij de ruil van cultuurgronden en agrarische opstallen of bedrijfswoningen kunt u onder voorwaarden een beroep op de kavelruilvrijstelling doen. Van kavelruil is sprake als minimaal drie personen onroerende zaken inbrengen en minstens twee personen onroerende zaken uit de kavelruil krijgen toebedeeld. Zo’n ruil moet u vastleggen in een kavelruilovereenkomst, die u na ondertekening moet inschrijven in de openbare registers. Vervolgens brengen de partijen de onroerende zaken in om deze daarna te verdelen bij notariële akte.
De Belastingdienst stelt sinds de invoering van de Omgevingswet als aanvullende voorwaarde dat de ruil tot een objectieve verbetering van de landbouwstructuur moet leiden, maar het is de vraag of zij deze aanvullende eis onder de huidige regelgeving mogen stellen.
Ongewenst gebruik
Doordat de regeling op zichzelf relatief weinig voorwaarden kent, past men de vrijstelling regelmatig toe in gevallen waarvoor deze niet bedoeld is.
Zo worden eigenaren van onroerende zaken in het landelijk gebied bij elkaar gebracht, waarna het geheel van onroerende zaken wordt samengebracht om als een kavelruil te presenteren. Hierbij kan men met name niet voor de landbouw gebruikte woningen en bedrijfsopstallen zonder overdrachtsbelasting verkrijgen. Dit ongewenste gebruik is het kabinet een doorn in het oog.
Aanpassing kavelruilvrijstelling
Het ministerie van Financiën startte daarom onlangs met de aanpassing van de kavelruilvrijstelling. Er ligt inmiddels een voorstel met wijzigingen:
- de kavelruilvrijstelling is niet langer van toepassing op de verkrijging van opstallen, zoals woningen met de ondergrond en eventuele aanhorigheden;
- agrarische bedrijfswoningen die u binnen de landbouw gebruikt, kunnen nog wel onder de kavelruilvrijstellingen vallen. Dit geldt ook voor de opstallen die u bedrijfsmatig binnen het landbouwbedrijf gebruikt.
- voor agrarische bedrijfswoningen en opstallen die u bedrijfsmatig agrarisch gebruikt geldt vanaf 1 januari 2025 een voortzettingstermijn van tien jaar. Worden deze opstallen door overheidsbeleid aan de landbouw onttrokken? Dan geldt deze voortzettingstermijn niet.
In het voorstel staan verder geen wijzigingen met betrekking tot cultuurgronden die u binnen het landbouwbedrijf gebruikt.
Regeling blijft toepasbaar voor reële gevallen
De kavelruilvrijstelling wordt weliswaar ingeperkt, maar blijft bestaan voor de situaties waarvoor hij is bedoeld. Reële gevallen van kavelruil worden naar onze opvatting niet door de voorgestelde inperking geraakt.
Overweegt u onroerende zaken voor uw landbouwbedrijf aan te kopen en wilt u gebruikmaken van de kavelruilvrijstelling? Laat u dan vooraf goed informeren over de geldende voorwaarden.
Meer weten?
Bij ABAB zijn we graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Weten hoe wij u kunnen helpen? Neem vrijblijvend contact op met Bart van Kessel, relatiemanager bij ABAB, via telefoonnummer 0413-336524 of vul het contactformulier in.