Eerste Kamer stemt in met gewijzigde Wet Dieren én versneld uitfaseren couperen
Aan deze wijziging gaat een lange geschiedenis vooraf. Zowel de Tweede als Eerste Kamer namen drie jaar geleden een amendement van Leonie Vestering (PvdD) aan, die stelt dat alle houderijsystemen moeten worden aangepast aan de natuurlijke behoeften van het dier, en niet andersom. Sectorpartijen en de minister vreesden voor vergaande gevolgen en rechtszaken, vooral omdat het amendement niet duidelijk maakte wat wel en niet geoorloofd was. Ze beschouwden het amendement daarom als onuitvoerbaar.
Als alternatief stelde Adema daarom 'reparatiewetgeving' op, om te voorkomen dat het amendement Vestering in werking zou treden. Deze werd eerder al door de Tweede Kamer aangenomen en nu ook door de Senaat. Als de Eerste Kamer niet had ingestemd met deze wetswijziging, zou automatisch het amendement van Vestering in werking zijn getreden. Echter, omdat een ruime meerderheid van de Eerste Kamer wel voor deze wijziging stemde, is dat scenario afgewend.
De fracties van SGP, D66, CDA, PVV, FVD, VVD, JA21, ChristenUnie, BBB en 50PLUS stemden voor het voorstel. De fracties van OPNL, GroenLinks-PvdA, Volt, SP, en PvdD stemden tegen.
Dierenwelzijn geen onderwerp voor ideologisch stuntwerk
Volgens senator Jaspers (BBB) is de 'reperatiewet' een verbetering ten opzichte van het amandement Vestering. „Dierenwelzijn is geen onderwerp voor gelegenheidspolitiek, de bühne of ideologisch stuntwerk. Daarbij moet dit onderwerp Europees worden opgepakt", aldus Jaspers. VVD-senator Klip-Martin concludeerde dat het wetsvoorstel van Adema aansluit bij de doelen van het amandement Vestering. „Het voorziet in een toekomstgerichte dierwaardige veehouderii. Flexibiliteit en maatwerk zijn mogelijk en innovatie krijgt de ruimte", vat Klip-Martin samen.
SGP-senator De Vries vindt het wetsvoorstel eveneens een verbetering ten opzichte van het amendement. De omschrijving 'positieve emotionele gemoedstoestand van het dier' noemde De Vries een wel heel rekbaar begrip. Ook de CDA-fractie schaarde zich in de persoon van senator Prins achter het wetsvoorstel van Adema. „Deze wetswijziging zorgt voor perspectief op een verantwoorde balans tussen dierwaardigheid en een robuuste veehouderij", stelt Prins. De senator legde Adema nog wel de vraag voor: „Hoever ga je inzetten op dierenwelzijn, dat van een redelijk goed niveau is, ten koste van de bestaanszekerheid van de veehouder en vice versa."
Wetsvoorstel zo lek als een mandje
Zoals te verwachten stemde de PvdD tegen het wetsvoorstel van Adema. „Het nieuwe wetsvoorstel is een ontmanteling van de al aangenomen wet die per 1 juli aanstaande zou ingaan. De minister had de afgelopen jaren kunnen gebruiken om de Wet Dieren te verduidelijken, maar dat heeft hij niet gedaan. Het is dus een politieke keuze om de aangenomen wet niet uit te voeren.", concludeerde senator VIsseren-Hamakers van de PvdD. De senator zag een kans om met het amandement Vestering een enorme sprong voorwaarts te maken op het gebied van dierenwelzijn.
D66 en Christenunie waren van mening dat het aangenomen amandement al genoeg concrete leidraden bevatten voor de invulling van dierwaardigheid in de veehouderij. Senator Van Aelst (SP) liet weten dat er andere politieke keuzes nodig zijn om de sector vooruit te helpen. „Nog steeds zitten we vast aan een systeem waarin dieren niet naar buiten kunnen en gehouden worden in kooien", houdt Van Aelst de Eerste Kamer voor. „De wet moet als geheel, dus inclusief het amandement Vestering worden ingevoerd. En niet alleen dat deel waarmee het kabinet het eens is. Het wetsvoorstel brengt meer onduidelijkheid dan duidelijkheid." Senator Kluit (GL-PvdA), die ook namens Volt sprak, maakt zich grote zorgen om de toekomstige generaties boeren die moeten opereren binnen de huidige wet. Zij concludeerde dat de nieuwe wet onuitvoerbaar is.
Sector aan zet
Nu de reparatiewet is aangenomen, zijn de sectorpartijen weer aan zet om aan de slag te gaan met de uitwerking van de dierenwelzijnsmaatregelen. Elke sector moet een plan opleveren om een beter dierenwelzijn te waarborgen. Deze sectorplannen vormen samen het Convenant Dierwaardige Veehouderij, dat voor 1 juli 2025 moet worden opgeleverd.
Om te komen tot een dierwaardige veehouderij en een alternatief voor het amendement van de PvdD te bieden, koos het demissionaire kabinet op 1 maart al voor een stapsgewijze aanpak. Allereerst moeten melkveehouders voor 2026 maatregelen treffen die volgens de minister 'zonder grote financiële gevolgen' genomen kunnen worden.
De dierwaardige veehouderij zoals het kabinet en een meerderheid van de beide Kamers die voorzien, moet in 2040 werkelijkheid zijn.
Uitfaseren couperen
Daarnaast nam de Eerste Kamer ook een motie van de Partij voor de Dieren aan, mede-ondertekend door D66, GroenLinks-PvdA, SP en Volt, die de regering oproept om binnen zes maanden met een plan te komen, waarin staat hoe er zo snel mogelijk kan worden gehandhaafd op het niet-naleven van het coupeerverbod. In de Europese Richtlijn over bescherming van het welzijn van varkens en in het Nederlandse Varkensbesluit is het routinematig couperen van varkensstaarten al niet meer toegestaan.
De minister en de Coalitie Vitale Varkenshouderij werken aan een project om de sector voor te bereiden op het verantwoord houden van varkens met een krulstaart in 2030. Voor Adema was dat ook de reden om de motie te ontraden.
De PvdD is het daar niet mee eens en is van mening dat er in Nederland gewoon gehandhaafd moet worden op de Europese regels. Het idee hierachter is dat het couperen van staarten en het verkleinen van hoektanden daarmee versneld wordt uitgefaseerd. Een meerderheid in de senaat vindt dat ook en steunde de motie.