BBB met twee zetels in het Europees Parlement - maar wat betekent de uitslag voor de boer?
„Hier staat een tevreden voorman“, zegt BBB-lijsttrekker Sander Smit als definitief wordt vastgesteld en zijn partij twee zetels heeft gehaald. „Als BBB hebben we samen opnieuw de peilingen verslagen.“ Met die twee zetels is de BBB in staat om haar missie voort te zetten, stelt hij, en de belangen van boeren, burgers en bedrijven krachtig te verdedigen. Maar kunnen de twee zetels van de BBB echt het verschil maken in een parlement van 720 leden? Of worden de belangen van de Nederlandse boer de komende vijf jaar minder hard verdedigd dan in het verleden?
De invloed van Nederland in de landbouwcommissie van het Europees Parlement lijkt na de verkiezingen eerder af dan toe te nemen. Twee ervaren Europarlementariërs, Jan Huitema en Annie Schreijer-Pierik, die beiden tien jaar lang lid van het Europees Parlement zijn geweest, zwaaien af. Bert-Jan Ruissen (SGP) blijft over en krijgt nu gezelschap van Sander Smit, oud-beleidsmedewerker van Schreijer-Pierik. Misschien komt een PVV’er hen versterken, maar geen van de zes kandidaten van die lijst heeft een boerenachtergrond. Willemien Koning, nummer vier op de lijst voor het CDA, heeft die wel - zij is melkveehoudster - maar haar partij heeft maar drie zetels gehaald.
In het parlement gaat het niet enkel om het aantal landbouwwoordvoerders, maar ook om hoeveel invloed ze hebben. En dat hangt af van de fracties in het parlement. Dat zijn een soort superpartijen die gevormd zijn uit nationale partijen met een zelfde visie. De Europese Volkspartij (EVP) is de grootste met 186 van de 720 zetels, daarna komen de Socialisten & Democraten (S&D) met 135 zetels en Renew, de liberalen, met 79 zetels. De Europese Conservatieven en Hervormers (ECR) is vierde met 73 zetels.
De afgelopen vijf jaar hebben Ruissen, Schreijer-Pierik en Huitema vaak met elkaar samengewerkt om de belangen van de Nederlandse boer te verdedigen, en konden zo de fracties van de EVP, ECR en Renew enigszins sturen.
De komende vijf jaar lijkt dat minder te worden. De SGP blijft onderdeel van de ECR, maar het is nog niet zeker waar de BBB zich bij kan aansluiten. Zelf wil die graag bij de EVP, maar het is onzeker of dat gaat lukken. Verschillende partijen die al lid zijn van die fractie vinden dat het eurokritische geluid van die nieuwkomer niet past bij de EVP. En dan zou de BBB onderdak moeten vinden bij een kleinere groep. Maar ook als het wel lukt, zullen Ruissen en Smit met hun tweeën minder invloed in het parlement hebben dan Ruissen, Huitema en Schreijer-Pierik de afgelopen vijf jaar hebben gehad.
De ‘ruk naar rechts’
De verwachte ‘ruk naar rechts’ die het Europees Parlement zou maken, is een stuk minder geworden dan van te voren was voorspeld. Radicaal-rechtse partijen in Europa hebben minder zetels gehaald en het politieke midden - EVP, S&D en Renew - is overeind gebleven. Bovendien zijn de partijen aan de rechterkant daarvan nog niet in staat gebleken om samen op te treden. Ze zijn verdeeld over twee fracties, ECR en ID (Identiteit en Democratie) en een aantal parlementariërs die niet bij een fractie zijn aangesloten. De vijftien Europarlementariërs van de AFD lijken bijvoorbeeld bij geen enkele fractie welkom te zijn na uitspraken van hun kopman. Zelfs niet nu ze die hebben gewipt.
Desondanks is de invloed van radicaal-rechts groter geworden en hebben de Groenen en S&D zetels in moeten leveren. Dat heeft gemengde effecten. Op de Green Deal, bijvoorbeeld. Veel niet-landbouwgerelateerde wetgeving daarvoor is al doorgevoerd, en ondanks de grotere invloed van rechts wordt dat waarschijnlijk niet teruggedraaid. Aan de andere kant wordt het moeilijker om voor de Green Deal-wetten die nog niet zijn ingevoerd, een meerderheid te krijgen. Dan gaat het bijvoorbeeld over de Natuurherstelwet en een wet die het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met de helft moet verminderen.
Een rechtser Europarlement is niet automatisch een parlement dat meer opkomt voor de Nederlandse boer.
Daarnaast is een rechtser Europarlement niet automatisch een parlement dat meer opkomt voor de Nederlandse boer. Net zoals Nederlandse Europarlementsleden opkomen voor de Nederlandse boeren, doen de leden uit andere landen dat voor de hunne. En een sterk agrarisch Nederland dat veel exporteert naar andere Europese markten is niet automatisch in het voordeel van boeren uit andere landen. Een niet-agrarisch voorbeeld van hoe dat kan lopen is het lot van de Nederlandse pulsvisserij. Vooral Franse europarlementariërs waren daar destijds tegen, omdat de Nederlandse vissers een te grote concurrent van de Franse vissers waren.
De Commissie en de Europese Raad
Nu is het Europees Parlement niet het enige lichaam in Brussel waar Europese beslissingen worden gemaakt. Twee andere belangrijke instituties zijn de Europese Commissie en de Europese Raad, waar ministers uit de diverse landen bij elkaar komen. En op beide posities lijkt Nederland invloed te verliezen.
Want Nederland had veel invloed met Mark Rutte als president. Hij was een van de langstzittende premiers in de club en had groot gezag onder zijn collega’s. Maar hij is nu bezig met zijn laatste weken en zijn opvolger, Dick Schoof, is nog onbekend bij de buitenlandse regeringsleiders. Ook heeft hij geen mandaat van de kiezer - niemand heeft op Schoof gestemd. Hij zal leider worden van een ministersploeg waarvan ook weinig mensen Europese politieke ervaring zullen hebben. En daarmee ook weinig gewicht in de Europese ministerraden.
Een eerste punt waar dat gaat spelen is bij de samenstelling van de nieuwe Europese Commissie. Dat is een zaak van de nationale staatshoofden, die allemaal een commissaris kunnen aandragen en dan proberen een belangrijke positie voor die Commissaris te krijgen. Want niet alle commissariaten zijn gelijk - de Commissaris voor de Interne Markt is bijvoorbeeld belangrijker dan die voor Gelijkheid. Om een belangrijke post voor je land binnen te halen moet je gezag hebben, en dat ontbreekt nog bij de komende Nederlandse minister-president.
De Nederlandse ambities
De nieuwe Nederlandse regering heeft de ambitie om veel zaken in Brussel te regelen - een nieuwe indeling van Natura 2000-gebieden, een nieuwe derogatie, een opt-out voor asielzoekers. Maar om dat te doen heb je invloed nodig in alle drie de Europese lichamen in Brussel. En dat gaat moeilijk worden. In het Europees Parlement heeft de toekomstige regeringscoalitie maar dertien van de eenendertig voor Nederland beschikbare zetels gekregen, de nieuwe Nederlandse minister-president heeft vooralsnog weinig gezag bij zijn mede-regeringsleiders in de Europese ministerraad en het is niet waarschijnlijk dat Nederland een belangrijke post in de Europese Commissie kan claimen.