Waarom vaccineren tegen niet-progressieve snuffelziekte?
Wat is de impact van snuffelziekte?
B. bronchiseptica speelt een belangrijke rol bij luchtwegaandoeningen bij varkens. De kiem staat vooral bekend als oorzaak van snuffelziekte. Bij co-infectie met DNT-positieve P. multocida kan progressieve snuffelziekte ontstaan waarbij neusschelpen, en zelfs het neustussenschot, ernstig en onomkeerbaar aangetast worden. Deze vorm zien we nog maar zelden in Nederland. Zonder DNT van P. multocida kan een infectie met B. bronchiseptica nog leiden tot niet-progressieve snuffelziekte (NPAR). Dit is een tijdelijke aantasting van het neusslijmvlies en het onderliggend botweefsel, voornamelijk van belang bij gespeende biggen. Ook al genezen de letsels weer, zolang de infectie door de koppel gaat, zijn de biggen extra gevoelig voor andere luchtweginfecties, is de voeropname verminderd en de groei verlaagd.
Studie 1: Het beschermende effect van vaccinatie
Op een Spaans vermeerderingsbedrijf kampte men met B. bronchiseptica-gerelateerde luchtwegklachten na het spenen. In overleg met HIPRA werd afgesproken om binnen dezelfde werpgroep zeugen wel en niet te vaccineren (6+3 weken voor werpen) en biggen uit beide groepen te vergelijken. In de gevaccineerde groep (V) werd B. bronchiseptica minder vaak gedetecteerd in neusvloei dan in de niet-gevaccineerde groep (NV). Op moment van spenen dat was 10% (V) tegenover 70% (NV). Op 2,5 week na spenen was het verschil ook nog groot met resp. 50% (V) en 100% (NV). De gemiddelde neusletsel score van 10 biggen per groep was lager in de V groep (0.4) tegenover de NV groep (3.4). In tabel 1 zie je het beschermend effect van de zeugenvaccinatie op de neusletsels. In dit onderzoek wogen de biggen uit de gevaccineerde groep op 9,5 week gemiddeld 1,9 kg zwaarder (V: 20,46 kg, NV: 18,56 kg). (Bron: Sánchez-Matamoros et al. 2016)
Studie 2: Het positief effect op de technische resultaten van een speenlocatie
De resultaten in tabel 2 zijn afkomstig van een Italiaans bedrijf met een speenlocatie voor 6000 biggen waar er aanhoudend luchtwegklachten waren. Men had al geprobeerd om de gezondheid te verbeteren via vaccinatie tegen APP, de ziekte van Glässer en Mycoplasma hyopneumoniae maar zonder het gewenste resultaat. Het antibioticumverbruik was hoog. Uiteindelijk werd besloten om snuffelziekte vaccinatie op te starten. Zeugen werden gevaccineerd volgens het vaccinatieschema op de bijsluiter. Het positieve effect van de zeugenvaccinatie is weergegeven in onderstaande tabel. Het verschil van -1,55% in sterfte betekent dat dit bedrijf 42 meer varkens kan afleveren per groep. Als we rekenen met een gemiddeld eindgewicht van 25 kg, werd er sinds de vaccinatie per groep 16 kg minder antibioticum gebruikt! (Bron:Galé et al. 2022)
Studie 3: Biggen uit gevaccineerde zeugen bereiken 7 dagen eerder het slachtgewicht van 100 kg
Op een Spaans bedrijf werd een vergelijkende studie uitgevoerd om het effect van snuffelziekte vaccinatie te evalueren. Voordien werden de zeugen niet tegen snuffelziekte gevaccineerd.
Groep A bestond uit 21 zeugen die tijdens de dracht 2x gevaccineerd werden. Groep B bestond uit 22 niet gevaccineerde zeugen. In de kraamstal werden respectievelijk 243 en 258 nakomelingen geboren (gemiddeld 11.6 en 11.7 biggen per zeug).
Deze biggen werden gewogen bij het spenen, op het einde van de biggenbatterij en op slachtleeftijd. Via PCR-onderzoek van speekselmonsters afkomstig van biggen van 6 en 9 weken leeftijd werd B. bronchiseptica aangetoond en P. multocida DNT niet. Er was dus mogelijk sprake van NPAR bij de gespeende biggen. Op twee momenten, op 6 weken en op slachtleeftijd, werden de neusletsels bij 19 varkens per groep beoordeeld (gebruikmakend van het AR scoresysteem beschreven in de Europese Farmacopee; hoe hoger de score, hoe ernstiger de letsels, de maximum score is 18).
De neusscore liet inderdaad zien dat neusschelpen aangetast waren. Op beide controlemomenten hadden biggen uit de gevaccineerde groep A een lagere neusscore dan biggen uit de niet gevaccineerde groep B. Op slachtleeftijd was het verschil significant (4.05 versus 6.95). De uitval bij de gespeende biggen was significant lager in groep A (3.2%) dan B (10.6%). Bovendien bereikte groep A het eindgewicht van 100 kg al zeven dagen vroeger dan groep B, met een dagelijkse groei die 45 gram hoger lag. (Bron: Baratelli et al. 2023)
Bovenstaande studies laten duidelijk zien dat niet-progressieve snuffelziekte een negatieve impact heeft op de gezondheid en de groei van varkens. In Nederland is snuffelziekte niet ‘top of mind’, de vaccinatiegraad op zeugenbedrijven is laag in vergelijking met het wijdverspreid voorkomen van de bacterie. Hier ligt zeker nog potentieel om gezondheidtechnisch beter te draaien, met name voor bedrijven waar er bij de gespeende biggen regelmatig luchtwegklachten zijn en de uitval en het antibioticumverbruik te hoog ligt.
Hebben deze resultaten uw interesse gewekt? Bespreek het met uw dierenarts of neem contact op met één van onze specialisten: Josine Beek +31 6 8299 1395 of Eric van Esch +31 6 1431 0007.
HIPRA biedt de Rhinicheck aan om speekselmonsters te laten onderzoeken op de aanwezigheid van B. bronchiseptica (en DNT-positieve P. multocida).
Tekst: Josine Beek
Beeld: Hipra
Bron: Hipra