Zeugen hebben geen draaicirkel van twee meter nodig
In Duitsland moeten volgens verordening zeugen in nieuw te bouwen stallen kunnen draaien in het kraamhok. Bij het ronddraaien mogen de dieren niet tegen de spijlen van de biggenhok, de hokwanden, de voerbak of ander meubilair botsen. Als de lichaamslengte van de zeug bijvoorbeeld 2 meter bedraagt, moet er in het hok een ruimte aanwezig zijn met een diameter van minimaal 2 meter.
Maar uit de experimenten blijkt nu dat een draaicirkel die overeenkomt met de lichaamslengte van de zeug niet nodig is. Zeugen kunnen zich volgens de onderzoekers omdraaien zonder ergens tegenaan te botsen, zelfs in de krapste ruimtes. In hokken met grotere draaicirkels neemt bovendien het risico op uitval van zogende biggen toe.
Praktijkonderzoek
In het praktijkonderzoek werd onderzocht of hokken zonder bijbehorende draaicirkel een negatief effect hadden op het gedrag van dieren en hoe de situatie was in grotere hokken. Voor het experiment werd het gedrag van dieren gedurende twee etmalen van 24 uur gefilmd en geëvalueerd in twee verschillende oefenhokken.
In hok A bedroeg het vloeroppervlak 5,7 vierkante meter. De draaicirkel van de zeug was minder dan 2 meter. Het bewegingsbereik van de zeug was trapeziumvormig. Hok B was met een vloeroppervlak van 8,6 vierkant meter aanzienlijk groter en er was een draaicirkel met een vrije breedte van ruim 2 meter in de bewegingsruimte van de zeug. Het bewegingsbereik was vierkant.
Zeugen liggen 21 uur per dag
Zoals verwacht brengen de zeugen het grootste deel van de dag liggend door. De dieren rusten voornamelijk op hun zij. Als je de buik- en zijligging combineert, liggen de dieren zo’n 21 uur per dag. Noch de grootte, noch de indeling van de bewegingsruimte hadden invloed op de tijd dat de dieren lagen of de tijd waarin de dieren stonden of gevoerd werden. Uit de evaluaties van de video-opnamen blijkt volgens de onderzoekers dat de grootte van de draaicirkel in de kraamstal geen invloed heeft op het gedrag van de zeugen.
Tijdens het onderzoek werd ook bijgehouden hoe vaak de zeugen van houding veranderden. Er waren aanzienlijk meer positieveranderingen in het grotere veld met een draaicirkel van 2 meter en een vierkante indeling. Zowel in buik- als zijligging wisselden de zeugen 2,5 tot 3 keer zo vaak van ligpositie. Als gevolg hiervan werden bijna twee keer zoveel zuighandelingen geteld. Dit betekent dat de biggen veel vaker de veiligheid van het biggennest verlaten.
Uitval biggen
De onderzoekers stellen dat dit tot gevaarlijke situaties kunnen leiden, omdat de zeugen tijdens het zogen vaak heen en weer draaien. Het veranderen van posities vergroot het risico op doodliggers. Een trapeziumvormig oppervlak lijkt beter dan een vierkante plattegrond. Bij het onderzoek lag het percentage biggenuitval tot 7 procent lager in trapeziumhokken met een draaicirkel van minder dan 2 meter dan in de ruimere, vierkante hokopstelling.
Het simpelweg vergroten van het hok met als doel de zeug ongehinderd te laten ronddraaien is dus niet effectief, zo concluderen de Duitse onderzoekers. Uit de resultaten van de het studie-onderzoek komt naar voren dat de rigide specificatie van een draaicirkel die overeenkomt met de lichaamslengte van een zeug niet nodig is in kraam- of bewegingshokken.
Tekst: Redactie Pig Business
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: SUS-online