Kostprijs biggen en vleesvarkens in 2024 verder gedaald
De daling van 8 procent ten opzichte van vorig jaar komt vooral doordat de voerprijzen zo’n 10 procent lager zijn. Daarentegen zijn de kosten voor arbeid en mestafzet gestegen als gevolg van inflatie en druk op de mestmarkt. Na de piek in de kostprijs in 2022, is een dalende lijn ingezet omdat voerprijzen daalden. De kostprijs zal echter structureel op een hoger niveau blijven dan vóór 2021. Dit heeft vooral te maken met arbeid, bouwkosten en mestafzet.
Aandeel in kosten
De totale kosten per zeug bedragen nu 1.990 euro per jaar en voor vleesvarkens 648 euro per jaarvarken. Verreweg het grootste aandeel betreft de voerkosten, namelijk 42 procent. In 2023 was dit 43 procent. Bij zeugen vormen de huisvestingskosten daarna met 18 procent een grote kostenpost. Bij vleesvarkens zijn dit de bigkosten met 30 procent en daarna de huisvestingskosten van bijna 10 procent. Het aandeel arbeid in de kostprijs is ruim 10 procent voor biggen en minder dan 3 procent voor vleesvarkens.
Biggenprijs gelinkt aan VION-notering
In het Landelijk Biggenprijzenschema worden de kostprijzen van biggen en vleesvarkens berekend. Ieder jaar verschijnt op de eerste maandag in juli een actueel kostprijzenschema exclusief btw. De VION-notering, die nu ook exclusief btw is, is een uitgangspunt voor de richtprijs voor biggen. Ook kan gekozen worden om de nettoprijs op de factuur van de slachterij te gebruiken om een richtprijs voor biggen af te lezen.
Tekst: Redactie Pig Business
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Wageningen Livestock Research