Friesland de Beste Boeren Provincie 2013

De provincies Limburg, Drenthe en Utrecht zijn voor de melkveehouderij, de akkerbouw en de varkenshouderij het minst aantrekkelijk als vestigingsplaats. Dat blijkt uit een uitgebreid onderzoek van deze uitgeverij waarbij afgelopen maanden meer dan 30 voor agrariërs belangrijke zaken per provincie zijn vergeleken. Daarbij werden zowel CBS en NVM-cijfers als eigen berekeningen en onderzoek gebruikt.

Gestegen productiewaarde

Friesland scoorde onder meer goed met lage agrarisch grondprijzen, de gestegen productiewaarde, de relatief kleine afname van het aantal boerenbedrijven, de ruime aanwezigheid van agrarisch onderwijs en van loonbedrijven. Ook beoordeelden de Friese boeren zelf hun eigen provincie erg goed.

De Friese landbouwgedeputeerde Johannes Kramer reageerde tevreden: „Naast de mooiste provincie is Fryslân nu dus ook de beste boerenprovincie. Een titel waar ik heel trots op ben. Boeren zijn een belangrijke economische factor. Een groeisector, terwijl de rest van de economie stil lijkt te staan. Dit winnen is geen reden om achterover te leunen, maar juist een aanmoediging om een nog betere boerenprovincie te worden.”

Friese ambassade

De speciale BBP-award wordt 19 september in de tijdelijke ‘Friese ambassade’ in Den Haag overhandigd. Rond Prinsjesdag laat de provincie daar samen met het bedrijfsleven en hogescholen zien wat het te bieden heeft aan bedrijvigheid en vernieuwing. Zuivel en de agrarische sector staan donderdag 19 september centraal.

Het idee voor de ‘Beste Boeren Provincie’ ontstond dit voorjaar. Door decentralisatie van het Haagse beleid krijgen provincies steeds meer invloed op diverse voor de agrarische sector belangrijke zaken; van ruimtelijke ordening tot de ganzenjacht. Het is voor zover bekend de eerste keer dat alle 12 provincies naast een zo uitgebreide agrarische maatlat zijn gelegd. In vijf opeenvolgende rondes met steeds diverse onderdelen werden de 12 Nederlandse provincies vergeleken. Per ronde kreeg de winnende provincie 12 punten, gevolgd door elf voor de tweede enz. Winnaar Friesland wist 46 van de maximale 60 punten te vergaren.