Agractie en LTO blij met meer uitrijtijd mest, manen minister wel tot snelle actie op mestmarkt

Met de mogelijkheid om tot 15 september mest op het land te brengen, wordt de uiterste uitrijdatum voor mest op grasland gelijkgetrokken met de uiterste uitrijdatum voor kunstmest. Zowel Agractie en LTO vroegen of de minister het uitrijden van mest tot 1 oktober toe wil laten. Aan dat verzoek is Wiersma niet tegemoet gekomen.

Het is volgens wetenschappers, die de minister van advies hebben voorzien voor dit besluit, niet logisch om te verlengen tot na 15 september. ‘Kunstmeststikstof is sneller opneembaar door het gewas dan drijfmeststikstof’.

Te veel mest tegelijkertijd

Naast het verminderen van de druk op de mestmarkt, heeft de verlenging nog een ander effect. ‘Hiermee wordt voorkomen dat agrariërs kort voor de huidige uiterste uitrijddatum (van 1 september, red.) teveel dierlijke mest tegelijk op percelen gaan uitrijden om hiermee binnen de uitrijdperiode de volledige gebruiksruimte dierlijke mest te hebben aangewend.’

Met de langere uitrijtijd kan de totale mestgift volgens ambtenaren beter worden verspreid, omdat er dan na de oogst van gras eind augustus/begin september nog een keer kan worden bemest. ‘Met een relatief laag risico voor uitspoeling van nutriënten.’

Opluchting

Ondanks dat ze om meer tijd vroegen, zijn beide boerenorganisaties blij met het uitstel tot half september. Jos Verstraten, bestuurder bij LTO vakgroep Melkveehouderij, had afgelopen week een overleg op het ministerie over het natte jaar: „We zijn blij dat minister Wiersma de situatie erkent en ons heeft gehoord. Melkveehouders die als gevolg van de natte omstandigheden een valse start van het groeiseizoen hebben ervaren kunnen daarmee de mestruimte toch goed benutten.”

Ook Agractie reageert positief op het besluit. ‘We zijn blij en waarderen het dat de minister aan ons verzoek tegemoet is gekomen en inziet dat dit iets verzachting kan geven aan boeren waar de mestcrisis hard voelbaar is’, schrijft het in een persbericht.

Aanpak mestmarkt

Meer maatregelen om de mestmarkt in het najaar wat lucht te geven, zijn nog niet genomen. Wel ziet minister Wiersma de urgentie in de sector. „Daarom werkt ze deze hele zomer hard aan haar aanpak voor de mestmarkt, naast het uitwerken van het regeerprogramma”, aldus een woordvoerder van het ministerie. „Die aanpak wordt in september naar de Tweede Kamer gestuurd.”

Welke mogelijkheden er nu op tafel liggen, daar kan ze nog niks over zeggen. „De minister kijkt breed naar alle mogelijke opties om de druk op de mestmarkt te verlichten.”

Agractie en LTO roepen de minister wel met klem op om op de korte termijn een besluit te nemen over het uitstel van de vanggewasverplichting bij mais en het loslaten van de kalenderlandbouw. LTO hoopt dat de minister ook hier snel duidelijkheid over kan geven.

Gedoogbeleid

Agractie pleit daarnaast specifiek voor het hanteren van gedoogbeleid, zodat boeren tot en met 2025 de gebruiksnormen van 2022 voor het gebruik van dierlijke mest kunnen hanteren. Ook vragen ze aan de minister om met spoed een besluit te nemen over de aangenomen motie van Kamerlid André Flach (SGP).

Die roept het kabinet om aangepaste excretieforfaits in te stellen voor gasvormige verliezen. Onderzoek wijst namelijk uit dat excretiecijfers voor stikstof uit mest lager zijn dan de forfaitaire cijfers. Dit komt door hogere gasvormige verliezen waarmee wordt gerekend. De correctie kan onnodige afvoer van mest voorkomen in het najaar.

Als er niet genoeg gebeurt ,vreest Agractie het ergste. ‘Als de minister niet een beslissing neemt die er toe leidt dat de plaatsingsruimte wordt vergroot, is een koude sanering in 2024 en 2025 onontkoombaar. Boeren wachten met grote spanning af waar minister Wiersma voor het einde van het mestseizoen mee gaat komen!’