Minister zal ook coalitiepartijen moeten overtuigen van het nieuwe beleid
Laura Bromet (GroenLinks/PvdA) noemde het nieuws dat het kabinet het NPLG schrapt ‘bestuurlijk vandalisme’, Pieter Grinwis (CU) sprak van pyromanenpolitiek. Andere oppositieleden spraken van het weggooien van oude schoenen voordat je nieuwe hebt; Derk Boswijk (CDA) vroeg zich zelfs af of er eigenlijk wel nieuwe schoenen zijn.
Ook coalitiepartijen waren kritisch. „Met of zonder NPLG, we zullen toch de doelen moeten halen”, zei VVD-Kamerlid Thom van Campen. „We weten dat we in Nederland aan de slag moeten met de bescherming van de natuur, met de waterkwaliteit. Er zijn wettelijke doelstellingen waaraan we moeten voldoen. Die staan voor de VVD niet ter discussie. De minister zal me dan ook moeten overtuigen dat ze met haar nieuwe aanpak die doelen wel haalt.”
Ook Harm Holman (NSC) zei dat zijn partij kritisch zal kijken naar het beleid waarmee het kabinet het NPLG zal vervangen. Jeanet Nijhof-Leeuw (PVV) vroeg ook om een robuust en juridisch houdbaar beleid.
Die doelen zijn onveranderd, antwoordde minister Wiersma. In het hoofdlijnenakkoord hebben de coalitiepartijen vastgelegd dat die doelen zullen worden gehaald, en daar voelt zij zich aan gehouden. Echter, datzelfde hoofdlijnenakkoord legt andere kaders dan die waar het NPLG in hadden gepast. Dus moet er beleid komen dat in die nieuwe kaders past, en dat wordt iets anders dan het NPLG.
Ze verzekerde de Kamer dat dat nieuwe beleid zeker ook die doelen nastreeft. „Ook de grondgebondenheid en de verlaging van het mestplafond met 10 procent, die in de derogatievoorwaarden zijn afgesproken”, gaf ze aan na verdere vragen van Van Campen.
Maar hoe dat beleid eruit komt te zien, daar wilde de minister nog niets over zeggen. Dat moet ze eerst nog met de rest van het kabinet bespreken. Het nieuwe beleid zal bekend worden gemaakt tegelijk met de rest van het regeerakkoord.
Mest
Hetzelfde gold voor het mestbeleid. In het laatste debat voor het reces had Wiersma verteld dat ze met een nieuw beleid zou komen om de mestcrisis het hoofd te bieden. Partijen wilden weten hoe het daarmee zat. Bromet zag niet hoe een koude sanering kon worden voorkomen, of in ieder geval een generieke korting van 10 procent. Ook Holman wilde weten hoe het daarmee zat. Enkel inzetten op een charme-offensief in Brussel om de derogatie terug te krijgen vond hij een grote gok. „We hebben een plan B nodig”, stelde hij.
Maar ook hierbij wilde minister Wiersma niet zeggen hoe het mestbeleid eruit gaat zien en welke instrumenten ze gaat gebruiken om uit deze crisis te komen. Tegen Prinsjesdag zal ze het mestbeleid bekendmaken, vertelde ze „In een brief van vijftien kantjes.”
PAS-melders
Ook over een drempelwaarde voor stikstofdepositie kon de minister de coalitieleden en de rest van de Kamer niet overtuigen. Zij had gehoopt dat het door de provincies bestelde onderzoek van UvA en TNO een houdbare ondergrens zou opleveren, waarmee PAS-melders konden worden gelegaliseerd, maar dat is niet gebeurd. Holman wilde weten waarom de minister niet gewoon een drempelwaarde van één mol hanteerde, na akkoord van de Raad van State, zoals hij in december in een motie had gevraagd.
Zo werkt het niet, zei Wiersma. „Als we te snel met een onvoldoende onderbouwde rekenkundige ondergrens komen, brengen we boeren later in de problemen”, stelde ze. Ze wees er ook op dat Nederland nu juist al jaren in een stikstofcrisis zit omdat de Raad van State eerder een onvoldoend onderbouwde drempelwaarde had afgeschoten. Ze gaf aan om er alles aan te doen om PAS-melders te legaliseren, maar kon niet zeggen hoe.
De Kamerleden waren er niet tevreden mee. „Ik denk niet dat de PAS-melders na dit debat met een gerust hart naar bed gaan”, concludeerde Holman.