Troonrede: minder regels voor boeren, meer doelsturing
„Veel van de problemen waar we voor staan, zijn terug te voeren op een overweldigende, door de jaren heen gegroeide, complexiteit van teveel regels, procedures en controledrang”, stelde de koning. „Maar de beleidswerkelijkheid van de tekentafel past in veel gevallen niet bij de praktijk van alledag.”
Die regelstapeling is misschien wel het grootst in de landbouw, vervolgde hij. De regering wil dit doorbreken met uitlegbaar en uitvoerbaar beleid. „Uitgangspunt van de regering moet zijn: wat kan wel?”, zei hij, Johan Remkes echoënd. Ook wil het kabinet af van het beeld dat voedselproductie en biodiversiteit in alles tegenover elkaar staan. „Juist de combinatie van landbouw en natuur maakt het Nederlandse landschap zo mooi.”
Er is een omslag van denken en handelen nodig, stelde hij. „Die begint bij de erkenning van het belang van voedselzekerheid in een onzekere wereld, en bij het inzicht dat de Nederlandse boeren tot de meest efficiënte ter wereld behoren.” In het publiek kon men Caroline van der Plas zien knikken bij die woorden.
Langjarige duidelijkheid
Er is een beleid nodig dat boeren langjarig duidelijkheid geeft, stelde Willem-Alexander, en hen ruimte geeft voor agrarisch ondernemerschap ‘zonder nationale koppen op internationale afspraken’. Hij zei ook dat er geen gedwongen bedrijfsbeëindiging zal plaatsvinden – wat ongetwijfeld weer tot een goedkeurend knikje van Van der Plas zal hebben geleid – en voor het natuurbeleid worden de daadwerkelijke staat van de natuur en gemeten uitstootcijfers leidend.
Doelsturing wordt het kernbegrip in het nieuwe beleid, zei de koning. Het is aan boeren zelf om te bepalen hoe ze gestelde doelen willen bereiken.