Varkenshouderij scoort krappe voldoende
De varkenshouderij scoort evenals de pluimveehouderij in vergelijking met de andere subsectoren negatiever. Dit geeft aan dat respondenten over het algemeen niet uitgesproken positief of negatief tegen deze beide sectoren aankijken.
Maatschappelijke waardering
De tuinbouw en akkerbouw kunnen met een score van boven de vijf allebei rekenen op de meeste maatschappelijke waardering. Ook de melkveehouderij en supermarkten verschillen niet van elkaar en scoren vrij positief. Uit het LEI-onderzoek blijkt verder dat consumenten zich weinig gebonden voelen met de agrifoodsector. Ook hier scoort de intensieve veehouderij het laagst.
Verder is onderzocht welke factoren een belangrijke invloed hebben op de waardering. Daarbij gaat het om de perceptie van de bijdrage van de sector aan de economie en maatschappij, het vertrouwen in voedselveiligheid, de mate waarin de sector als oprecht wordt beoordeeld en om de heersende mening in de sociale omgeving.
Wederzijds begrip
Om meer effect te bereiken is het volgens onderzoeker Paul Jansen nodig om niet alleen over feitelijkheden en technische zaken te communiceren, maar vooral de dialoog aan te gaan met burgers. „Uitleggen waarom we de dingen doen zoals we ze doen en luisteren naar de mening van burgers en de waarden die daaraan ten grondslag liggen. Zo kom je uiteindelijk tot meer wederzijds begrip.”
De Topsector Agri & Food is gestart met het in kaart brengen van de maatschappelijke waardering voor de Nederlandse agrifoodsector. De Topsector gebruikt deze gegevens om te werken aan het vergroten van de waardering en het maatschappelijk draagvlak voor de agrifoodsector.
Tekst: Ruben van Boekel