SGP maakt zich grote zorgen over afroming in varkens- en pluimveehouderij
Om te voldoen aan de voorwaarden uit de derogatiebeschikking gelden er vanaf 2025 lagere sectorale mestplafonds. In de varkenshouderij wil de minister 25 procent afromen en in de pluimveehouderij 15 procent. De afroming moet ervoor zorgen dat de mestproductie niet boven de sectorale plafonds uitkomt. De maatregel krijgt veel kritiek uit beide sectoren, omdat ze al jaren onder de mestplafonds boeren en veel mest exporteren.
De SGP zet vraagtekens bij de onderbouwing van gemaakte keuzes in het wetsvoorstel dat Wiersma half september naar de Kamer stuurde.
Effect op praktijk
Flach mist de agrarische praktijktoets voor met name de afroming en vraagt aan Wiersma of zij deze op korte termijn alsnog kan laten uitvoeren. André Flach: ‘In de varkens- en pluimveesector zijn verschillende bedrijven voor een groot deel afhankelijk van lease van rechten. Bedrijven die rechten verleasen doen dat meestal als ze rechten overhebben, omdat ze in het ene jaar meer leegstand hebben dan in het andere jaar. Elk jaar vallen de oplegrondes immers weer anders. Die bedrijven gaan zich niet zomaar rechten laten afnemen. Het betekent dat afroming grote gevolgen kan hebben voor de continuïteit van bedrijven die afhankelijk zijn van lease.’
Het SGP-Kamerlid weet dat relatief veel bedrijven in deze sectoren voor meer dan 50 procent van hun rechten afhankelijk zijn van lease. ‘Tegelijkertijd zijn er bedrijven die vanwege de jaarlijkse fluctuatie in aantal dieren vanwege de oplegrondes in bepaalde jaren ruimte hebben om te verleasen, maar dat niet zonder meer zullen doen als er 15 of meer wordt afgeroomd. Ze willen deze rechten houden met het oog op de jaren dat ze deze rechten wel zelf nodig hebben. Dat brengt het voortbestaan van de bedrijven die afhankelijk zijn van lease in groot gevaar.’
De partij wil ook weten wat de termijn is voor afromen. ‘Wordt er gestopt met afromen zodra sectorplafonds in zicht zijn?’
Krimp veestapel
De SGP rekende uit dat bij de gekozen afromingspercentages en de inschatting gebaseerd op het aantal transacties in 2024 de varkens- en pluimveestapel jaarlijks met 3 tot 4 procent zal afnemen. Bij de melkveehouderij is dit 1 tot 2 procent. ‘Ook met de verlaagde afromingspercentages voor de varkens- en pluimveehouderij (voormalig minister Adema stelde eerst 30 procent voor bij melkvee, varkens en pluimvee, red.) komen deze nog steeds relatief hard aan, omdat in deze sectoren jaarlijks meer rechten worden uitgewisseld dan in de melkveehouderij. Acht de regering dit proportioneel?’
Net zoals de POV en LTO/NOP al aanhaalden, ziet de SGP ook dat in de varkenshouderij 40 procent van de mest buiten de landbouw wordt afgezet en dat 95 procent van de pluimveemest de grens overgaat. Flach wil daarom weten hoe de regering hiernaar kijkt in het licht van de nieuwe sectorale opgaven.
De Tweede Kamer bespreekt het mestplan van Wiersma, inclusief de afromingsmaatregel, op maandag 7 oktober.