Tweede Kamer: kabinet moet toch naar uitzondering boeren verplichte AOV kijken
Een motie met die strekking van SGP-Kamerlid André Flach is gisteren aangenomen. ‘Wij hebben hier de laatste jaren op aangedrongen, maar het vorige kabinet was daar niet toe genegen’, aldus de SGP in een toelichting. ‘Het was echter wel afgesproken in het pensioenakkoord. We zijn blij dat de Kamer de minister opdraagt hier alsnog naar te kijken.’
Specifieke positie
Volgens de SGP kent de agrarische sector een specifieke positie ten opzichte van andere sectoren, vanwege bedrijfsvoering en beter passende arrangementen die in deze sector gangbaar zijn.
‘Bij de totstandkoming van het pensioenakkoord is voor de agrarische sector een uitzonderingspositie afgesproken’, aldus een toelichting van de SGP. ‘Het is goed uitvoerbaar om deze uitzondering voor de verzekeringsplicht te laten gelden. Op grond van de registratie bij de Kamer van Koophandel kunnen de bedrijven die vallen onder de agrarische sector worden onderscheiden, via de SBI-code.'
Direct opgevangen
Het feit dat agrarische ondernemers levende producten produceren en verkopen betekent dat het uitvallen van de ondernemer door ziekte of arbeidsongeschiktheid per definitie direct moet worden opgevangen. Zo meldt de SGP verder. 'De agrarische sector heeft hiervoor arrangementen georganiseerd die zorg dragen voor directe continuering van de bedrijfsvoering waarmee het agrarische bedrijf in materiële zin geen ‘inkomensverlies’ heeft.’
Op basis van de arrangementen die gebruikelijk zijn in de agrarische sector, is niet voor 100 procent van de agrarische ondernemers het risico op langdurige arbeidsongeschiktheid afgedekt, erkent de SGP. ‘De arrangementen bieden veelal een goede dekking voor het inkomensverlies bij ziekte voor de eerste twee jaar. Voor de langere termijn zal een groot deel van de agrarische ondernemers via bedrijfsoverdracht of bedrijfsbeëindiging het inkomensrisico kunnen afdekken.'
Politieke afweging
Of het ‘in de rede ligt’ bedrijven uit de agrarische sector uit te zonderen, is daarmee uiteindelijk een politieke afweging, zo vindt de SGP. ‘Dit is een afweging die kabinet, de Stichting van de Arbeid en de twee oppositiepartijen die het pensioenakkoord steunen, moeten maken. Aangezien in deze groep alle goede en slechte risico’s op arbeidsongeschiktheid zijn vertegenwoordigd, leidt uitzondering van deze groep niet tot verhoging van de publieke premie.’
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen