Column: Nederland graaft zijn graf
Afgelopen week heb ik met een paar collega’s Spanje bezocht. Het doel was om te leren van de Spaanse aanpak. Nou, daar word je bang van en tegelijkertijd raak je er van onder de indruk. Die Spanjaarden investeren gewoon door waar wij (en ook de Belgen en Duitsers) stoppen. Met ruim 30 miljoen varkens is Spanje met afstand het Europese land met de grootste varkensstapel. Zij zijn ook de tweede exporteur van varkensvlees in de wereld. Het is niet voor niets dat de Spaanse premier Pedro Sánchez de EU oproept om de handelsoorlog met China over elektrische auto’s te stoppen.
De EU probeert haar, inmiddels flink verzwakte, auto-industrie te redden door importtarieven op Chinese auto’s te zetten. Dat terwijl ze jarenlang elektrische auto’s hebben gesubsidieerd. Zonder die subsidies zouden die rijdende laptops het nooit gewonnen hebben van die mooie, sportieve Europese auto’s. De Chinezen willen ons nu terugpakken en kiezen daarvoor varkensvlees. Daar zijn we in Europa nou eenmaal erg goed in. Een reden te meer om onze varkenshouderij niet om zeep te helpen. Nu hebben we tenminste nog iets om die Chinezen onder druk te zetten.
De kostprijs van hun varkens ligt zeker 5 euro per afgeleverd varken lager
In Spanje kunnen ondernemers in de varkensketen dus vooruit. Wat wij hier saneren, komt daar gewoon terug. Het zijn vooral de integraties die dat doen, zoals Cincaporc en Valls Companys. Dat zijn bedrijven die naast varkens ook voerfabrieken en/of slachterijen hebben. Ze zijn dus sterk geïntegreerd en halen daar hun voordeel uit. In de fabriek van Cincaporc werden bijvoorbeeld maar 15 voersamenstellingen gedraaid en spoedvrachtjes kennen ze nauwelijks. De kostprijs van hun varkens ligt zeker 5 euro per afgeleverd varken lager. Een groot deel daarvan zijn trouwens voordelen van een betere regelgeving: ze hoeven geen varkensrechten te kopen en de mestafzet is veel goedkoper.
Nu snap ik dat het in een groot land als Spanje makkelijker te realiseren is dan in Nederland, maar de verschillen zijn wel erg groot en hebben niet altijd te maken met de ruimte die er in een land is. Zo hadden wij bijvoorbeeld derogatie, omdat we gewoon veel meer gewas van een hectare halen dan de Spanjaarden. Dan moet er dus ook meer mest op het land. Dat dat nu is afgeschaft, is een pure politieke keuze die niets met feiten te maken heeft. Als Nederland hebben we gewoon zitten slapen wat betreft dergelijke Brusselse maatregelen. We noemden het een uitzonderingspositie van de Nederlandse boer, maar het was gewoon keiharde wetenschap.
Waar we in Nederland altijd menen voorop te moeten lopen, kijken ze in Spanje de kat uit de boom. Natuurlijk krijgen carbon footprint en dierwelzijn aandacht, maar ze zijn zo slim om dat andere landen (lees: die ‘gidslanden’ in Noordwest-Europa) te laten uitvinden. Dus wij verliezen geld en concurrentiepositie in onze drang voorop te lopen en de Spanjaarden komen er tien jaar later achteraan, als wij alles op de rit hebben. Ze hebben dan jarenlang meer geld verdiend dan wij en halen ons dan in één klap in. En als ze geluk hebben, hoeven ze ons niet eens in te halen, want komen we terug op onze schreden omdat bepaalde regels toch niet zo slim waren.
Wat mij betreft zou de samenwerkende keten voer-boer-slachterij nog wel efficiënter kunnen
Als ik dit zo schrijf, vind ik het ongelooflijk knap dat we als Nederland nog steeds concurrerend zijn. Ik vraag me ook af of een volledige integratie van de keten bij ons zou werken. We hebben natuurlijk een mooi voorbeeld in de kalverhouderij, maar de varkenshouderij is zo goed georganiseerd dat we met allemaal losse schakels toch een geweldige prestatie neerzetten. Iedere individuele ondernemer in Nederland, die nu nog over is, heeft bewezen tot de top te behoren. Bedrijven in de varkensketen (niet alleen boeren, maar ook voer, slachterijen en dierenartsen) hebben hun werk maximaal geoptimaliseerd.
Nu zouden we nog best een stap kunnen zetten door beter samen te werken. We zijn veel tijd (en dus geld) kwijt met elkaar overtuigen van de beste aanpak. Wat mij betreft zou de samenwerkende keten voer-boer-slachterij nog wel efficiënter kunnen. Er lopen nu te veel storende factoren rond die uiteindelijk alleen maar geld kosten en weinig toegevoegde waarde hebben. Wat meer vertrouwen in elkaar zou helpen.