Kabinet moet langeafstandstransporten beperken en intern salderen vergunningsplichtig maken
Levende diertransporten kunnen volgens Thom van Campen (VVD) en Harm Holman (NSC) een groot risico vormen bij het verspreiden van dierziekten en het binnenhalen van zieke dieren. Als voorbeeld worden mond- en klauwzeer of varkenspest genoemd. Ook vanuit het oogpunt van dierenwelzijn vinden VVD en NSC de langeafstandstransporten onwenselijk.
In aanvulling hierop werd een motie van Dion Graus (PVV) aangenomen die de regering oproept om een begin te maken met een pilot van karkasvervoer. Hiermee moet er een einde komen aan het ‘gesleep met levende dieren’, schrijft hij.
Landbouwminister Femke Wiersma liet het oordeel van deze moties aan de Kamer. Het beperken van vervoer met dieren over lange afstanden is ook een punt uit het hoofdlijnenakkoord en regeerakkoord.
Verlagen maximumtemperatuur diertransport
Een andere motie die voldoende steun kreeg met betrekking tot diertransport, gaat over het vervoer van levende dieren tijdens warme dagen. In 2021 wilde een meerderheid van de Kamer al dat de maximumtemperatuur voor diertransport omlaag gaat van 35 naar 30 graden Celsius. Voormalig landbouwminister Piet Adema maakte hiervoor een aanpak en legde het voorstel ter inzage aan het begin van dit jaar. Omdat de internetconsultatie is gedaan en er een impactanalyse is gemaakt, meent Esther Ouwehand dat het kabinet niets anders rest dan zo snel mogelijk naar Brussel gaan om toestemming te vragen voor het invoeren van deze maatregel.
Wiersma is geen voorstander van deze motie. Ze is van mening dat dierenwelzijn tijdens het transport belangrijk is, maar een gelijk speelveld in Europa ook. Daarnaast wijze ze op de implicaties voor de gehele keten en de mogelijke neveneffecten voor dierenwelzijn. „Daarom ga ik mij eerst beraden op deze aspecten, omdat ik het belangrijk vind dat er sprake is van een goed gedragen en in de praktijk werkbare aanpak.”
Dierwaardige veehouderij
Verder draagt een meerderheid het kabinet op om ‘voortvarend’ aan de slag te gaan met een dierwaardige veehouderij volgens de zes principes van de Raad voor de Dierenaangelegenheden (RDA), bij voorkeur via een convenant. De voorstellen voor een meer dierwaardige veehouderij zouden ook wetenschappelijk moeten worden getoetst, vindt de Kamer.
Hetzelfde geldt voor de aanpak van stalbranden. Een motie van de Partij voor de Dieren om de aanpak van stalbranden - die de vorige landbouwminister heeft opgesteld - niet verder af te zwakken, maar juist aan te vullen met maatregelen om dieren te beschermen tegen stalbranden, haalde ook een meerderheid.
Stikstof
Ook stikstof kwam voorbij. De Kamer wil dat het kabinet intern salderen vergunningsplichtig gaat maken. Het voormalige kabinet maakte daar al een wetsvoorstel voor en legde dat ter inzage, maar er kwam veel kritiek op. De minister ontraadde deze motie daarom vorige week.
De Kamer luistert daar niet naar en neem toch een motie aan van GroenLinks-PvdA die het kabinet oproept om het wetsvoorstel toch naar de Kamer te sturen voor 4 december. Dan wordt stikstof weer besproken.
PAS-melders
Ook voor de PAS-melders proberen Kamerleden duidelijkheid te krijgen. Dat is nodig, want de provincies krijgen van de Raad van State tot 28 februari 2025 om af te zien van handhaving. Pieter Grinwis (ChristenUnie) en André Flach (SGP) verzoeken de regering om in overleg met provincies op korte termijn een voorstel naar de Kamer te sturen om de wettelijke deadline voor het legalisatieprogramma voor PAS-knelgevallen op te schuiven, waarbij wordt aangesloten op de stikstofaanpak van het huidige kabinet.
De legalisatie van PAS-melders via extern salderen is complex, met name vanwege het additionaliteitsvereiste. Omdat dit proces te versnellen, dienden dezelfde twee Kamerleden ook een motie in die het kabinet oproept om provincies bij te staan met het legaliseren van PAS-melders via extern salderen. De Kamer wil hierover voor februari, wanneer de ‘handhavingsdeadline’ afloopt, worden geïnformeerd.