‘Resistentieprobleem veel kleiner’

,,In vergelijking met de situatie in andere landen is het resistentieprobleem in Nederlandse ziekenhuizen veel kleiner. Dat neemt niet weg dat er ook hier sprake is van een toename van resistentie. In hoeverre dit veroorzaakt wordt door antibioticagebruik in de veehouderij is onbekend en onderwerp van onderzoek.“
Meer genuanceerde weergave
In veel publicaties afgelopen jaren, onder meer door de GGD, wordt juist gesproken van een groot probleem met deze ESBL-, VRE- en MRSA bacteriën, veroorzaakt door met name het antibioticagebruik in de intensieve veehouderij. De Utrechtse onderzoeker is daar niet blij mee; ,,We zouden een meer genuanceerde weergave over de feiten in de media over dit onderwerp van harte toejuichen.”
Uit het grote onderzoek in met name Zuid-Europese ziekenhuizen blijkt dat het voorkomen van verdere verspreiding van resistente bacteriën makkelijker is dan tot nu toe gedacht werd. Twee relatief simpele maatregelen, het wassen van patiënten met chloorhexidine en zorgverleners die hun handen desinfecteren, helpen meer dan het isoleren van besmette patiënten. De resultaten van het onderzoek werden onlangs gepubliceerd in het medische tijdschrift Lancet Infectious Diseases.
Antibioticaresistente bacteriën
De onderzoekers hielden bijna twee jaar in de gaten hoeveel patiënten een besmetting met antibioticaresistente bacteriën opliepen. Daarbij vergeleken ze de normale gang van zaken met twee programma’s die de verspreiding van bacteriën zouden moeten remmen.
In het eerste programma werden alle patiënten gewassen met ontsmettingsmiddel chloorhexidine en moesten zorgverleners hun handen desinfecteren voor en na elk patiëntcontact. In het tweede programma werden alle patiënten via een snelle genetische techniek onderzocht op de aanwezigheid van antibioticaresistente bacteriën. Bij besmetting met een gevaarlijke MRSA-, VRE- of ESBL-bacterie moest de patiënt daarna in isolatie verpleegd worden.
Verrassende resultaten
De resultaten zijn verrassend. Op de intensive care raakte 3,6 procent van de patiënten besmet met MRSA; 4,7 procent met een VRE; en 12,8 procent met ESBL-producerende bacteriën. Het wassen van patiënten en desinfecteren van handen door zorgverleners vermindert het aantal nieuwe besmettingen met resistente bacteriën sterk. Maar snelle genetische testen en geïsoleerd verplegen van besmette patiënten helpt het aantal besmettingen niet verder te verlagen.
‘Hygiëne is belangrijker dan screenen en isoleren bij het tegengaan van de verspreiding van resistente bacteriën’, zo vat onderzoekster Lennie Derde van het UMC Utrecht samen. Volgens haar is dat goed nieuws; ‘Hygiënemaatregelen zijn veel minder ingrijpend en goedkoper dan het isoleren van patiënten. Maar hygiënemaatregelen handhaven valt niet mee. In ons onderzoek voldeden de zorgverleners uiteindelijk in 70 procent van de momenten dat het moest aan de voorschriften voor handhygiëne. Dat is erg hoog, meestal komt dat niet boven de 50 procent uit.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen