Vleesvarkenshouder Ida Hopster
‘Met KPI’s kun je belonen; veel beter dan handhaven’
Als de afdelingsdeur opengaat, springen de jonge varkens op en kijken nieuwsgierig naar het middenpad. Verse, frisse lucht komt vanuit het middenpad omhoog, midden in de afdeling hangt een grote ventilator die de stallucht afzuigt richting de luchtwasser. Het is schoon, droog en de varkens, waarvan de meeste met de kenmerkende Piétrain-vlekken, glimmen. De temperatuur is aangenaam. „Hoe duurzaam wil je het hebben”, zegt vleesvarkenshouder Ida Hopster terwijl ze tussen een koppeltje varkens in een hok staat.
Grote stappen
„Ik zorg heel goed voor mijn dieren. De bolle vloeren zijn voorzien van vloerverwarming, de dieren krijgen hooi en briketten met luzerne om aan te knabbelen en in elk hok hangt speelmateriaal waar ze vaak aan knabbelen.” Hopster laat op verschillende momenten in het gesprek even haar passie voor de dieren en de varkenshouderij zien. En van daaruit haar onbegrip, onvrede en soms even haar frustratie over het beeld dat velen hebben van de varkenshouderij. „We hebben in de sector al grote stappen gezet in ammoniak en stikstof en hebben het transport geoptimaliseerd. We zijn helemaal niet zo slecht bezig.”
Toch is Hopster bepaald niet het type dat zich verschuilt achter ‘ze snappen het toch niet’.
Het kan altijd beter
„Het kan altijd beter”, zegt ze even later. Door die grondhouding draait ze al jaren mee in het concept Keten Duurzaam Varkensvlees (KDV) en was ze een van de 25 deelnemers aan de pilot KPI Kringlooplandbouw in de varkenshouderij, begeleid door De Hoeve Innovatie. Hierin werd gekeken hoe varkenshouders met een set aan kritische prestatie-indicatoren (KPI’s, zeg maar gewoon kengetallen) zich verder kunnen verduurzamen. Denk aan de CO2-footprint per kilogram varkensvlees, het percentage restproducten, N- en P-efficiëntie en een aantal andere KPI’s (zie ook https://www.pigbusiness.nl/artikel/1025925-kpis-is-echt-een-kans-te-laten-zien-hoe-goed-je-het-doet/).
Bedrijfsgegevens
Robert en Ida Hopster hebben in maatschap een vleesvarkensbedrijf in Wierden (OV) met 1.300 vleesvarkens in 12 afdelingen die, op de ‘oude schuur’ na, zijn aangesloten op een luchtwasser. De biggen (steeds meer Piétrain) komen van één vaste fokker in Geesteren (OV). Robert werkt full time in de bouw, Ida verzorgt de varkens.
Belonen of handhaven
„Ik sta overal met open vizier in”, zegt Hopster aan de keukentafel achter een opengeklapte laptop. „Je moet met de tijd meegaan en soms wat dingen proberen”, verklaart ze haar deelname aan het KPI-project. De toegevoegde waarde van kengetallen is volgens haar vooral bewustwording. „En met KPI’s kun je varkenshouders belonen; dat werkt beter dan alleen maar handhaven.”
Ze worstelt soms wel met het begrip duurzaamheid of kringlooplandbouw. „Duurzaam is voor mij netjes op onze wereld passen voor degenen die na ons komen.” Wat dat ‘netjes’ dan is? „Vooral geen verspilling; gebruik alleen wat je nodig hebt.” Dat gezegd hebbende betekent volgens de Overijsselse varkenshouder dat duurzaamheid alles met efficiëntie te maken heeft. In transport, in groei, in energiegebruik. Of de mest slim gebruiken. Het overgrote deel van de varkensmest gaat naar de op een steenworp afstand gelegen mestvergister van Twence mestverwaarding in Zenderen. „Zo wordt er groen gas gemaakt, genoeg voor 3.000 huishoudens; dat is toch hartstikke positief! Maar voor mij zijn diergezondheid en dierenwelzijn ook heel belangrijk.”
Duurzaam is voor mij dat we netjes op onze wereld passen
Realistisch blijven
Graadmeter (KPI zo je wilt) voor diergezondheid is voor haar de Dierdagdosering (DDD). „Als je een kwakkelende koppel varkens hebt, is dat nooit duurzaam. Maar tegelijkertijd moeten we wel realistisch blijven; het zijn wel dieren waar je mee werkt.” Die realiteitszin is bij Hopster nooit ver weg. „De wereld staat in brand, op veel plekken is er oorlog, in Amerika betalen mensen een vermogen om in een vervuilende raket te stappen om 30 seconden gewichtloosheid te ervaren. En wij maken ons druk om KPI’s en duurzaamheid?” Maar dan schudt ze lichtjes haar schouders en gebiedt diezelfde realiteitszin haar in te zien dat ze in Nederland boert. En samen met anderen stapjes wil zitten richting een duurzamere varkenshouderij, gebaseerd op de kringloopgedachte.
Behapbare kengetallen
Ze kijkt op het scherm van haar laptop waar een staafgrafiek, opgebouwd uit verschillende gekleurde balkjes, zichtbaar is. Onderdeel van de terugkoppeling vanuit het KPI-project. Het laat zien wat de CO2-footprint van haar varkens is; een optelsom van onder andere mengvoer, land- en diergebruik, stal- en mestmethaan, energie, enzovoort. De totaalscore van haar bedrijf ligt iets boven de referentiegroep van dertig bedrijven. Toch zegt deze KPI haar niet zoveel. „Wat ik nodig heb, zijn behapbare kengetallen die leiden tot zinvolle verbeteringen.”
Cijfers en handvatten
Ze vergelijkt het met vroeger, toen ze op school zat. „Als de klas gemiddeld een 8 had en ik een 7, dan wilde ik ook een 8. En als ik dan een 8 had, dan wilde ik wel naar een 8,5.” In ‘kleine stapjes de varkenshouderij verder verduurzamen’ noemt Hopster dat. En ze wil niet alleen een duidelijk cijfer, maar ook handvatten waarmee ze dat cijfer kan verbeteren. „Je kunt wel KPI’s hebben, maar als je ze niet snapt of niet weet hoe je je kunt verbeteren, gaat het niet werken. Je kunt tegen mij zeggen dat ik een rijbewijs moet hebben, maar als niemand me les geeft heb ik over tien jaar nog steeds geen rijbewijs. KPI’s is één, maar veel belangrijker is: wat zegt het, moet ik me verbeteren en zo ja: hoe doe ik dat dan”, vat ze kernachtig samen.
Samen vormgeven
Wat Hopster verder belangrijk vindt, is dat je verduurzaming samen vormgeeft en invult. De metafoor van de klas vasthoudend zegt ze: „In een klas vol kinderen zit er altijd wel één die niet mee kan komen. Probeer die bij de les te houden, dan komt het wel goed.” Het is die samenhang waardoor ze met overtuiging deelneemt aan KDV.
Elkaar versterken
„Het is goed om met elkaar in een concept te zitten, waarbij je elkaar versterkt en je ook allemaal aan dezelfde eisen moet voldoen.” Eisen die in het verloop van de tijd worden aangescherpt. Aan de zijkant van de laatste in 2015 gebouwde stal is een hele lichtstraat gemaakt, waardoor overvloedig daglicht naar binnen valt. „Voor mijn eigen werkplezier is dat veel fijner en voor de buitenwereld ziet het er mooier en vriendelijker uit.”
Plus op de prijs
Wat ook meetelt is vanzelfsprekend de plus op de prijs. Maar ook hier steekt de realiteitszin van Hopster de kop op. „Ik kan wel 2 of 3 sterren varkensvlees gaan produceren, maar om te beginnen moet het hele bedrijf hier dan op de kop; dat is financieel gewoon niet haalbaar. Bovendien is de Nederlandse biologische markt nu nog niet zo groot, waardoor er weinig ruimte is voor nieuwe intreders.” Waarbij ze zich in alle openheid en eerlijkheid afvraagt of een varken het nu echt beter heeft als het buiten in de modder loopt. „Als hij lekker bij ons in het hok ligt, heeft hij het toch ook zo slecht nog niet?!”
Hun stinkende best doen
Wat Hopster maar wil zeggen dat ze op hun varkensbedrijf van relatief bescheiden omvang hun stinkende best doen om stapjes te zetten vanuit de kringloopgedachte. KPI’s helpen hen daarbij, mits ze uitgedrukt worden in een getal en er een realistisch en haalbaar doel aan gekoppeld is. En dat ze handvatten aangereikt krijgen waar ze mee aan de slag kunnen. Ze kijkt door het keukenraam, waar de regen voor de verandering tegenaan slaat, naar de verzameling op diverse momenten gebouwde varkensstallen en zegt: „Dit is wat het is en dat doen we op een zo goed mogelijke manier en als het beter kan, doen we dat!”
Aangesloten bij Keten Duurzaam Varkensvlees
Op het varkensbedrijf van Ida en Robert Hopster in Wierden krijgen de dieren droogvoer via brijbakken, het water komt uit een eigen bron. De groei is gemiddeld waardoor er 3 ronden per jaar gedraaid kunnen worden. De uitval ligt gemiddeld rond de 2 procent. Elke twee weken gaan er varkens weg en komen er nieuwe biggen. Op de daken liggen maar liefst 240 zonnepanelen waardoor het bedrijf qua stroom zelfvoorzienend is. Hopster is al jaren aangesloten bij Keten Duurzaam Varkensvlees (KDV) en maakte onlangs deel uit van de pilot KPI Kringlooplandbouw (kritische prestatie-indicatoren oftewel kengetallen) in de varkenshouderij, begeleid door De Hoeve Innovatie. De mest wordt afgevoerd naar een mestvergister van Twence mestverwaarding in Zenderen.
Tekst: KPI: Rochus Kingmans
Gepokt en gemazeld in de landbouwjournalistiek en communicatie.
Beeld: Natasja Beverloo