DanBred- fokkerijlijnen. Genetische criteria
Interview met Anders Christian Sørensen over de genetische selectiedoelen.
Het belangrijkste doel is altijd geweest om de genetische vooruitgang voor Deense boeren te maximaliseren. Omdat de commerciële varkensproductie wereldwijd grotendeels op kostprijs en efficiëntie gericht is, wordt DanBred-genetica ook internationaal geëxporteerd.
Selectie op economische basis
De fokkerijlijnen van bestaan uit DanBred Landras en DanBred Yorkshire met een genetische kern van 8.000 tot 10.000 vrouwelijke dieren per lijn. De selectiecriteria zijn gebaseerd op eigenschappen die een economische waarde hebben, maar de selectie-uitkomsten hangen ook af van de manier waarop deze eigenschappen met elkaar in wisselwerking staan.
Van LP5 naar bigoverleving
Historisch gezien was vruchtbaarheid een belangrijke eigenschap binnen de DanBred-genetica, maar tegenwoordig ligt de focus meer op het verbeteren van de overlevingskansen van biggen. Voorheen richtte men zich op het aantal levende biggen op dag 5 na het werpen (LP5), een combinatie van het Totaal Aantal Geboren biggen (TNB) en de bigoverleving. Tijdens het eerste decennium van selectie op LP5 stegen zowel het TNB als de overlevingskansen van de biggen. Na 2016 bleek echter dat een verdere selectie op LP5 vooral leidde tot een toename van het TNB, zonder dat de overleving nog verder verbeterde. Daarom werd in 2022 besloten om de selectiecriteria aan te passen en zowel het TNB als de twee componenten van overleving mee te nemen:
- overleving beïnvloed door de big zelf
- overleving beïnvloed door de moederlijke zorg van de zeug
Bigoverleving wordt beïnvloed door veel verschillende factoren, daarom richt ons programma zich op meerdere eigenschappen. Het doel is namelijk om de overlevingskansen in zijn geheel te verbeteren. Het is bijvoorbeeld bekend dat grotere biggen een hogere kans op overleving hebben, dus zou men denken dat selectie op een hoger geboortegewicht de oplossing is. Maar wij richten ons in plaats daarvan op het verbeteren van de overlevingskans in zijn geheel. Dat kan resulteren uit een verbeterd geboortegewicht, maar ook uit een grotere uniformiteit van het nest, een hogere robuustheid of vitaliteit van de pasgeboren biggen bij het zoeken naar de spenen of andere, moeilijk te meten, factoren.
Hetzelfde geldt voor de moederlijke effecten op de overleving van biggen. Het aantal spenen van een zeug is gemakkelijk te registreren, maar er is geen sterk bewijs dat selectie op deze eigenschap direct invloed heeft op de verzorgingscapaciteit van de zeug. Ons programma richt zich dus op het selecteren van zeugen die goed voor hun biggen kunnen zorgen.
Het huidige doel van DanBred wat betreft vruchtbaarheid, gemeten als Totaal Aantal Geboren biggen, toont een bijna vlakke genetische trend, wat betekent dat het TNB stabiel blijft of licht stijgt. Door de verbetering van bigoverleving verwachten we echter dat het aantal gespeende biggen per worp zal toenemen.
Overleving van zeugen
Rond 2020 werden wereldwijd signalen opgemerkt van een daling in de overlevingspercentages van zeugen en biggen in verschillende landen en genetische lijnen. Het is duidelijk dat robuustheid een belangrijke economische impact heeft en daarom zijn er veranderingen doorgevoerd om een nauwkeurigere selectie op de levensduur van zeugen te bereiken.
Na vijf jaar intensief onderzoek, inclusief een PhD-project, werd op 24 maart 2024 een nieuwe dataset geïntroduceerd om beter te kunnen selecteren op de overleving van zeugen. Eerder werd hiervoor gebruikgemaakt van data van vermeerderingsbedrijven, maar die kunnen zeugen ruimen die nog fit en productief zijn, puur op basis van hun index. Daarom gebruiken we nu gegevens van 100.000 gekruiste zeugen in productie-eenheden waar ruimingsbeslissingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op de prestaties van de zeug en niet op haar index.
Zeugenoverleving is een complexe eigenschap om op te fokken, omdat de erfelijkheid laag ligt en er vele andere factoren dan genetica bijdragen aan de robuustheid van een zeug. De genetische evaluatie van gekruiste zeugen brengt verschillende uitdagingen met zich mee, zoals heterosis en andere factoren die de evaluatie van een eigenschap complexer maken. Het evaluatiesysteem ontvangt gegevens vanaf het moment dat de zeug de groep betreedt, maar hoe ouder de zeug, hoe waardevoller haar gegevens zijn. We hebben daarom veel gegevens nodig om betrouwbare genetische evaluaties voor de zeugenoverleving te kunnen uitvoeren. Gezien het grote aantal registraties verwachten we aanzienlijke genetische vooruitgang voor zeugenoverleving te kunnen realiseren.
Met deze nieuwe dataset is zeugenoverleving de belangrijkste eigenschap geworden binnen de fokkerijlijnen. De selectie van onze kandidaten is op meerdere eigenschappen gericht, waarbij kenmerken zoals beenstand en loopgedrag een goede correlatie met overleving vertonen.
Productiekenmerken spelen ook een belangrijke rol in de fokkerijlijnen. Eerder waren deze essentieel in de indexen voor fokkerijlijnen, met name de voerconversieratio, die nog steeds goed is voor 16% van de economische genetische winst in de hybride zeugenlijn.
Wat de vleeskwaliteit betreft, blijven we deze eigenschap in de gaten houden. Het is echter lastig om er een economische waarde aan toe te kennen, omdat Deense boeren er momenteel niet voor worden betaald en de vleeskwaliteitsnormen in markten fluctueren wat betreft vetgehalte, vleeskleur, enzovoorts.
DanBred werkt ook met genotypering, wat zeer nuttig is gebleken en een genetische winst van 30% opleverde sinds de invoering van genomische selectie in 2010. Alle selectiekandidaten (meer dan 125.000 dieren per jaar) worden genotypisch onderzocht, en deze informatie wordt in alle modellen met meerdere eigenschappen opgenomen. Dit betekent dat het systeem niet naar een enkele genetische marker kijkt, maar alle markers tegelijk analyseert.
Er worden nieuwe eigenschappen overwogen, maar dit is een complex proces omdat de mogelijke correlaties eerst grondig geanalyseerd moeten worden. Twee veelbelovende eigenschappen op dit moment zijn de toomgewichtstoename en overleving vanaf het spenen tot aan de slachtleeftijd.
Toomgewichtstoename als moederlijke vaardigheid combineert de capaciteit van de zeug om haar biggen in leven te houden en voldoende melk te produceren voor hun groei. Hierbij krijgen alle zeugen tijdens hun eerste worp een gelijk aantal biggen. Het nest wordt gewogen op dag 1 en er kunnen geen biggen worden toegevoegd, maar alleen verwijderd als ze risico lopen. Op dag 21 wordt het nest opnieuw gewogen en worden de biggen geteld. Wanneer dit doel in de fokdoelen en selecties wordt opgenomen, verwachten we de moederlijke vaardigheden van onze zeuglijnen te verbeteren.
De samenstelling van de DanBred-genetica-index voor de fokkerijlijnen is de laatste jaren aanzienlijk veranderd. Dit blijkt uit de samenstelling van de genetische vooruitgang in de F1-kruising tussen DanBred Landras en DanBred Yorkshire. De constante aanpassing van onze fokdoelen en de focus op grotere en verbeterde datasets helpen ons om in de toekomst onze genetische vooruitgang te vergroten.