Goedkeuring kunstmestvervangers laat op zich wachten: ‘Liever later, dan niet’
Landbouwminister Femke Wiersma gaf twee weken geleden in een Kamerbrief al aan dat ze verwachtte dat de stemming van deze week niet door zou gaan.
De toelating is nu op zijn vroegst in het eerste kwartaal van volgend jaar. Dan is er weer een bijeenkomst van het Nitraatcomité, waarin afgevaardigden van alle 27 Europese lidstaten zitting hebben. Voor de toelating van Renure is het nodig dat alle landen groen licht geven.
Lidstaten overtuigen
De minister verklaarde maandag na de Europese Landbouw- en Visserijraad tegenover de pers dat ze een paar lidstaten nog moet overtuigen. „Enkele lidstaten hebben nog vragen. Het is van belang dat die vragen goed worden beantwoord voordat we het voorstel in stemming brengen, want over het algemeen geldt ‘bij twijfel niet doen’. Ik zal zelf in aanloop naar het volgende Nitraatcomité persoonlijk kijken of ik met alle kennis die we in Nederland over dit onderwerp hebben, twijfels bij sommige collega’s kan wegnemen.”
Wet- en regelgeving aanpassen
Ondertussen gaat het kabinet achter de schermen door met de voorbereidende werkzaamheden om de toepassing van Renure-producten in de Nederlandse wet- en regelgeving mogelijk te maken. „Als de goedkeuring er is, kunnen we gelijk los”, aldus Wiersma.
Op de vraag of dit uitstel niet teleurstellend is voor de boeren, omdat de verwachting was dat de toelating sneller zou gaan, reageert Wiersma: „Aan mij zal het niet liggen. Natuurlijk, liever sneller dan later, maar liever later dan niet.”
Kennismaking
Naast de raadsvergadering maakte de minister afgelopen maandag kennis met de nieuwe Landbouwcommissaris Christophe Hansen en met Milieucommissaris Jessika Roswal. Vanuit haar departement kwam twee weken geleden een kritische brief over de mestaanpak van Wiersma. De minister geeft aan dat zij de zorgen vanuit Brussel met wetenschappelijke onderbouwing wil wegnemen. „Ik heb benadrukt dat derogatiebedrijven een goede bijdrage leveren aan de verbetering van de waterkwaliteit in Nederland. Ik hoop daarom dat we met de Commissie kunnen toewerken naar doelsturing. De afdronk van het gesprek met Roswal is dat zij openstaat voor een goede samenwerking.”
Derogatie
Wiersma benadrukt dat een nieuwe derogatie vanaf 2026 zeker nog geen gelopen race is. „Het is niet iets wat we vandaag op morgen geregeld zullen hebben. Ik vind dat we vanuit wetenschappelijk oogpunt goed kunnen onderbouwen waarom je op grasland meer dan de generieke norm van 170 kilogram uit dierlijke mest kunt toestaan. Uiteindelijk moet het gaan om de inhoud. Daarom is mijn inzet erop gericht dat er na 2026 een vorm van derogatie mogelijk is. Of dat gaat lukken, kan ik nog niet inschatten. Het gaat in elk geval niet eenvoudig zijn.”
Krimp veestapel geen doel op zich
De minister had ook met Landbouwcommissaris Hansen een goed gesprek: „Hij heeft zich expliciet uitgesproken voor innovatie, minder regeldruk, verlaging van de administratieve lastendruk en generatievernieuwing. Hij heeft ook oog voor de stappen die de landbouw al heeft gezet. Hij liet ook doorklinken dat het reduceren van het aantal stuks vee geen doel opzich is. Als ik zijn pleidooien beluister, dan ben ik heel positief. Ik denk dat er heel veel raakvlakken zijn met wat ik ook belangrijk vind.”
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Europese Commissie
Bron: Europese Commissie