Leden akkoord met beursgang ForFarmers
Voorwaarde is wel dat de zeggenschap van de coöperatie gewaarborgd blijft, aldus de ledenraad.
Het definitieve besluit over de beursgang zal worden genomen op de algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA) van ForFarmers BV. Van de 6.400 coöperatieleden zijn ongeveer 4.000 aandeelhouder van ForFarmers BV. Zij hebben allemaal stemrecht op basis van hun aantal (certificaten van) aandelen.
Vermogen op Naam
De coöperatie ForFarmers is sinds 2005 bezig met het traject Vermogen op Naam, wat het vermogen van bestaande coöperatieleden – in combinatie met een sterke groeistrategie – veilig moet stellen. „Een openbare beursgang is vooral ingegeven om de verhandelbaarheid van aandelen te faciliteren, en is niet nodig om kapitaal aan te trekken”, aldus Wim Roelofs, voorzitter van de ledenraad van de coöperatie.
Dat ForFarmers-directeur Bert Jan Ruumpol opstapt en met ingang van volgend jaar wordt opgevolgd door Yoram Knoops, staat volledig los van de voorgenomen beursgang, volgens communicatie-manager Jos Westerhof. Over de reden van het vertrek van Ruumpol doet hij geen uitspraken. Maar Knoops is volgens hem niet aangetrokken om ForFarmers naar de beurs te brengen, zoals bijvoorbeeld het Financieel Dagblad suggereert. „Het besluit over de beursgang moet nog genomen worden en is in handen van de aandeelhouders", aldus Westerhof.
Voorwaarden
De ledenraad heeft een aantal voorwaarden gesteld voor een eventuele openbare beursgang. Voorop staat dat de coöperatie zeggenschap behoudt over belangrijke onderwerpen. Daarnaast moet het principe 'goed voer tegen een marktconforme prijs' worden bewaakt, en moeten er beschermingsmaatregelen zijn tegen overnames, aldus de ledenraad.
Die wil verder dat het bestuur van de coöperatie alleen wordt gevormd door leden van de coöperatie, en dat de coöperatie voor vier van de zes commissarissen van ForFarmers BV een aanbevelingsrecht krijgt.
Verder moet de coöperatie vitaal en aantrekkelijk blijven voor bestaande en nieuwe leden. Onderdeel hiervan is dat een deel van het vermogen (waarschijnlijk 5 procent) niet verdeeld wordt, maar beschikbaar blijft voor het bouwen aan een vitale coöperatie, stelt de ledenraad.