Inkomens varkenshouders gedaald door lagere prijzen
Het geraamde bedrijfsinkomen van gemiddeld circa 210.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje) is 195.000 euro lager dan in 2023, maar ligt nog wel boven het gemiddelde van 167.000 euro voor de jaren 2019 tot 2023.
De prijzen van biggen en vleesvarkens zijn in 2024 gedaald ten opzichte van 2023, met respectievelijk 12 procent en 9 procent, door gestegen productie in de Europese varkenshouderij. De daling van de opbrengsten met circa 17 procent werd onvoldoende gecompenseerd door lagere prijzen van varkensvoer. De voerprijzen zijn vooral gedaald doordat de handelsstromen weer zijn genormaliseerd, nadat deze door de Russische invasie in Oekraïne waren verstoord. Daarnaast zijn de kosten voor mestafzet gestegen.
Flink lagere inkomens
In 2024 worden voor de zeugen- en de gesloten varkensbedrijven flink lagere inkomens geraamd. De inkomens van zeugenbedrijven dalen met 315.000 euro naar 230.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje), voornamelijk door de lagere biggenprijs en gestegen kosten voor mestafvoer.
De inkomensafname op gesloten varkensbedrijven is met 274.000 euro per onbetaalde aje tot 232.000 euro weliswaar minder groot dan op de zeugenbedrijven, maar is ook stevig na een zeer gunstig jaar. Ook op de vleesvarkensbedrijven daalt het inkomen met gemiddeld circa 50.000 euro tot 184.000 euro per onbetaalde aje. Deze inkomensdaling is minder groot, omdat de lagere opbrengsten van vleesvarkens deels teniet worden gedaan door de goedkopere biggen en lagere voerkosten. Ondanks de soms forse inkomensdaling, zijn de inkomens voor alle drie de typen nog boven het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar en liggen daarmee op een hoog niveau.
Ook in 2024 grote inkomensverschillen tussen sectoren in de land- en tuinbouw
Ook dit jaar zijn er evenals andere jaren weer grote inkomensverschillen tussen verschillende sectoren in de land- en tuinbouw. Het gemiddelde inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje) voor land- en tuinbouwbedrijven wordt dit jaar geraamd op 109.000 euro. Dat is 10.000 lager euro dan het gemiddelde inkomen van 2023. Het geraamde inkomen in 2024 is echter 20.000 euro hoger dan het gemiddelde voor de jaren 2019 tot 2023. De verschillen in bedrijfsinkomens zijn groot: 20 procent van de bedrijven heeft een negatief inkomen, terwijl ook 20 procent meer dan 131.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje) verdient.
Dit blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming van Wageningen Economic Research onder leiding van agrarisch bedrijfseconoom Harold van der Meulen: „In 2024 is een sterke inkomensgroei bij telers van snijbloemen te zien door hogere bloemenprijzen, wat vooral toe te schrijven is aan een minder grote aanvoer uit het buitenland en lagere netto-energiekosten.”
Pas op de plaats voor varkenshouders
„Voor de varkenshouders werd 2024 een jaar van een pas op de plaats na een zeer goed 2023. De inkomens dalen fors, omdat de Europese concurrentie toeneemt. De lagere voerprijs compenseert dat niet. De inkomens in de pluimveehouderij liggen gemiddeld op een hoog niveau. Wereldwijd is het aanbod van eieren krap, doordat veel landen kampen met vogelgriep”, zegt Van der Meulen.
„Door gestegen melkprijzen als gevolg van een toegenomen vraag naar zuivelproducten stijgt het inkomen van melkveehouders, ondanks een toename van de kosten. Opvallend is ook de sterke daling van het inkomen van melkgeitenhouders door een gedaalde melkprijs vanwege overaanbod.”
„Akkerbouwers noteren voor de oogst 2024 gemiddeld lagere prijzen bij hogere kg-opbrengsten van de meeste gewassen. Door gestegen kosten daalt het inkomen tot iets boven het gemiddelde voor 2019-2023.”
Onbetaalde arbeidsjaareenheid
Wageningen Economic Research berekent het agrarisch inkomen per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje). Agrarische ondernemers en hun gezinsleden verrichten in de meeste sectoren vaak het merendeel van de arbeid zelf, maar krijgen meestal geen salaris. Een arbeidskracht die in een jaar 2.000 uur of meer werkt, wordt gezien als één aje. Wie minder werkt, telt voor minder dan één aje. Wageningen Economic Research deelt het inkomen uit bedrijf in deze situatie door het aantal onbetaalde aje. Op deze manier zijn de inkomens van verschillende bedrijfstypen beter met elkaar te vergelijken. Het gemiddeld aantal onbetaalde aje per bedrijfstype verschilt namelijk sterk.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Wageningen Economic Research