Opinie: De illusie van hoop
Het afgelopen jaar, na de verkiezingen die een politieke aardverschuiving teweeg brachten, begonnen we met hoop op betere tijden voor boeren en specifiek voor al die bedrijven die worden geraakt door het volstrekt bezopen stikstofbeleid.
Die hoop bleek ijdel en de noodzakelijke veranderingen in het beleid om de toekomst van duizenden veehouderijbedrijven en gezinnen weer perspectief te bieden, bleef uit.
Ja, de toon van de minister is een stuk vriendelijker dan die van haar voorgangers. En ik denk ook te weten dat ze oprecht haar best doet. Echter, tot op heden is de hoop, gevoed door het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma met bemoedigende teksten over een ander stikstofbeleid en de legalisatie van PAS-melders, geen realiteit geworden.
Alleen maar vaagheid
Brieven aan de Tweede Kamer bevatten weinig concrete stappen. Zo is er geen stappenplan met een strak tijdsframe geschetst, maar staan er enkel vaagheden en beloften dat de concrete uitwerkingen gaan komen voor het komende stikstofdebat in januari 2025. Die hoopgevende beloften zijn door een recente uitspraak van de Raad van State over intern salderen nog verder onderuit gehaald.
Het lijkt of de minister samen het haar ambtenaren gevangen zit in de koplampen van de MOB. De minister komt vooralsnog niet met oplossingen. Dat is ook niet zo verwonderlijk. De ambtenaren en adviserende instanties van LVVN zijn mede de oorzaak van het bezopen stikstofbeleid. De enige oplossing waar zij sinds 29 mei 2019 mee komen, is krimp van van de veestapel. Daarmee wordt de toekomst van veel veehouders onmogelijk gemaakt.
Oplossingen zijn er wel
Zijn er dan echt geen oplossingen?Ja, natuurlijk zijn die er wel! Zowel in rapporten van het RIVM, TNO en de Universiteit van Amsterdam en ook in het diepgravende rapport van Wouter de Heij dat in oktober is aangeboden aan de Tweede Kamer, staan oplossingsrichtingen. Ik noem er een paar.
1. Stikstofdepositie is tot slechts 300 à 500 meter te herleiden tot een bron. Dat betekent dat in het beleid de focus op een relatief smalle strook rondom stikstofgevoelige natuur moet liggen. Dat kan daadwerkelijk aantoonbaar een gunstig effect sorteren.
2. In het door de overheid nog steeds gehanteerde stikstofmodel Aerius wordt zowel natte als droge depositie berekend. De berekende droge depositie is nog nooit met metingen aangetoond en de pogingen om die berekeningen te valideren met metingen geven aan dat het aandeel droge depositie tussen de 2,5 en 4,5 keer te hoog in Aerius is opgenomen. Zowel in Aerius zelf als in de validatiepogingen zitten enorm grote onzekerheden tot wel 125 procent. Als je de droge depositie-knop in Aerius met een factor 2 tot 3 naar beneden draait, dat wordt de in de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) beschreven daling van de arealen met depositie overschrijding eerder behaald.
3/ Een andere oplossing is het introduceren van een rekenkundige ondergrens van 1 mol, met daarnaast een drempelwaarde zoals in Duitsland van 21 mol of zoals in Denemarken van 35 mol. En zeg niet dat de natuur en de veehouderij in Nederland te veel verschillen van die in Duitsland, want ten opzichte van de direct naast ons gelegen Bundesländer is dat je reinste kul.
Bovenstaande zijn slechts drie oplossingen. We hebben er meer!
Strijden
Hebben we als Stichting Stikstofclaim goede hoop? Nee niet echt. Wel hebben we de kennis en de energie om te knokken om in overleggen onze oplossingen naar voren te brengen bij politici en bewindslieden en bij belangenbehartigers.
Geen hoop, maar wel plannen om door middel van juridische procedures in Nederland en desnoods tot en met het Europese Hof de strijd aan te gaan.
Stop met hopen en knok met ons mee!
Jan Cees Vogelaar, voorzitter Stichting Stikstofclaim.
Tekst: Jan Cees Vogelaar
Beeld: Jan Cees Vogelaar