‘Familiebedrijven dupe van BZV’
De bijeenkomst, georganiseerd door de provincie en de andere partijen in het Brabantberaad, was belegd om te informeren over de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV). De conceptversie hiervan ligt tot 27 december ter inzage.
Verdienmodellen
Tijdens sessies over onder andere verdienmodellen, de werking van de BZV en dialoog met de omgeving, lieten de aanwezige boeren hun ongenoegen horen. „Hoe verdienen we deze kostprijsverhoging terug? Waarom wordt ons iets opgelegd? Wij kunnen het beste ondernemen als ons zo min mogelijk verplicht wordt”, luidde de boodschap.
Maarten Rooijakkers van de ZLTO gaf aan dat het verdienmodel in de BZV is het creëren van draagvlak bij de omgeving is. „Het economische verdienmodel is op dit moment nog lastig, maar boeren moeten ervoor zorgen dat ze blijven ontwikkelen met steun en begrip van hun omgeving. Dat is stap 1 op weg naar een situatie waarin de markt dit ook gaat waarderen.”
Volgens de aanwezige boeren wordt het verdienmodel kostprijsgedreven en worden er straks meer varkens gehouden om de kostprijsstijging het hoofd te bieden.
Ambtelijke molen
De vergelijking die gemaakt werd tussen de BZV en het duurzaamheidsprogramma van FrieslandCampina sloeg volgens de boeren de plank volledig mis. „De provincie is geen coöperatie, de provincie koopt geen zuivel in. De markt is altijd dominanter dan de politiek.”
Ook de traag werkende ambtelijke molen bleek een punt van zorg. Ook leefden vragen over de biologische sector, die op de BZV slechter scoort dan gangbare bedrijven en de nekslag voor familiebedrijven door de BZV. „Juist familiebedrijven hebben draagvlak in hun omgeving, maar als ze straks gedwongen worden bovenwettelijk te presteren en dus extra moeten investeren, kan dat wel eens een onhaalbare kaart zijn voor deze bedrijven”, luidde een reactie uit de zaal.
Nooit af
Herman van Ham van de ZLTO probeerde de zorg weg te nemen. „Het doel van de BZV is geen sanering of inperking van de veehouderij in Brabant. Het is een stimulans naar een zorgvuldige veehouderij. Een veehouder houdt keuzevrijheid. Opvallend is dat van de 68 bedrijven die meegedaan hebben aan de BZV-steekproef voor het grote deel al bovenwettelijk presteerde. Dit geeft aan dat ze geloven dat deze prestaties hun marktpositie verbetert.”
Van Ham benadrukte daarbij dat de BZV nooit af is. „Het is een ontwikkelproces, waarin waar nodig bijgeschaafd en aangevuld kan worden.”
Tientallen boeren
Onder de ruim 200 aanwezigen waren naast enkele tientallen boeren en ZLTO’ers ook Statenleden, afgevaardigden van gemeenten, adviesbureaus en natuur- en gezondheidsorganisaties.
Op 10 januari 2014 bespreken de partners in het Brabantberaad de BZV samen met de Verordening ruimte. Daarna staat de BZV op 24 januari 2014 op de agenda van de commissie TSP van Provinciale Staten. In februari stelt de provincie de BZV definitief vast. Reageren op de BZV kan via bzv@brabant.nl
Lees aanstaande zaterdag meer over de consultatiebijeenkomst in het regionale landbouwvakblad Stal & Akker.