LTO-stikstofplan moet boeren nog dit jaar duidelijkheid en ruimte geven

Het is een beetje een kip-ei situatie, zei LTO-directeur Hans van den Heuvel. Veel boeren willen wel investeren in stikstofreducerende maatregelen, stelde hij, maar ze krijgen daar moeilijk vergunningen voor. En tegelijk komt die ruimte voor nieuwe vergunningen er niet zolang de stikstofuitstoot niet omlaag gaat.
Daarom publiceerde de landbouworganisatie een tweesporenplan waarmee én juridische ruimte wordt gecreëerd én stikstofemissie wordt teruggebracht. Aanleiding van het plan, dat samen met advocatenkantoor Houthof is opgesteld, was de uitspraak van de Raad van State in december, waardoor intern salderen niet meer mogelijk is. Ook de recente uitspraak in de Greenpeace-rechtszaak is daarin meegenomen.
Juridisch spoor
Het is daarom misschien niet verwonderlijk dat Van den Heuvel en LTO-voorzitter Ger Koopmans bij de presentatie van het plan zich vooral concentreerden op het juridische spoor. Volgens hen is het mogelijk om een ruimer juridisch kader te scheppen, waarbij intern salderen weer mogelijk wordt en PAS-melders en bedrijven met een positieve weigering kunnen worden gelegaliseerd. Daarvoor zei Van den Heuvel, is jurisprudentie en andere ruimte in Europese wetgeving. Net als voor de invoering van een rekenkundige ondergrens. Die is zowel technisch als juridisch verdedigbaar.
Natuurherstel
Een ander onderdeel van dit spoor heeft te maken met natuurherstel. In zijn plan stelt LTO voor om de Kritische depositiewaarde uit de wet te schrappen, omdat daar geen Europese verplichting voor is. In plaats van enkel te streven naar een daling van de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden, kan er ook worden gewerkt aan compensatie met andere maatregelen.
Daarbij kan volgens de landbouworganisatie een onderscheid worden gemaakt tussen de habitattypen die tijdens de aanwijzing van een gebied aanwezig waren, en typen die daar later zijn bijgekomen. De beschermingsopgave van die eerste types weegt zwaar - daar is het gebied tenslotte voor aangewezen - maar bij de bescherming van die latere types mag volgens EU-regels een afweging worden gemaakt met andere belangen. LTO spoort de regering aan om dat dan ook te doen, en beide types niet op een gelijke manier te beschermen.
Ook denkt LTO dat het mogelijk is om ‘verloren’ Natura 2000-gebieden te schrappen. „De ecoloog in de Greenpeace-rechtszaak beargumenteerde dat sommige natuurgebieden al onherstelbaar zijn beschadigd”, vertelde Van den Heuvel. „Als dat zo is, moet je niet proberen om dat toch nog te doen; de Habitat-richtlijn vraagt lidstaten niet om middelen tevergeefs in te zetten.”
Wel zou de regering dan moeten werken aan versterking van andere gebieden.
Kwalitatief natuurbeleid
Tot slot zou de regering het Natura 2000-beleid fundamenteel moeten herzien. Nu is dat beleid voornamelijk kwantitatief ingericht, met nadruk op getallen als de hoeveelheid depositie en dergelijke. ‘Een spreadheet-benadering’ noemde Van den Heuvel het.
In plaats daarvan zou het beleid veel meer kwalitatief moeten zijn. Zo’n kwalitatieve benadering past beter bij complexe of dynamische habitats. Ook ziet LTO ruimte voor een herbegrenzing en wijziging van Natura 2000-gebieden, en stelt een clustering van die gebieden voor. Daar is ruimte voor, zolang dat op ecologische gronden gebeurt, blijkt uit jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie en uit uitspraken van de Raad van State.
Nog dit jaar duidelijkheid
Naast een nieuw juridisch kader blijft ook een daling van de stikstofuitstoot nodig, stelde Ger Koopmans, en daar wil de organisatie ook aan werken. Hoeveel daling er nodig is, kon hij niet zeggen. „Dat ligt er ook aan welke mogelijkheden het juridisch kader gaat bieden.” Dat juridisch kader is volgens hem nodig om aan de gang te gaan met emissiereductie. „Als een boer nu een stal wil slopen kan hij dat niet, omdat hij daar geen vergunning voor krijgt”, gaf hij als voorbeeld. „Om een beweging in gang te zetten moeten ondernemers vergunningen kunnen krijgen.”
Koopmans verwacht dat, als de regering doorzet, er voor het eind van het jaar duidelijkheid moet zijn over dat nieuwe juridisch kader, zodat boeren aan de slag kunnen. „En de regering wil dat”, denkt hij. „In haar brieven van vorige week vroeg minister Wiersma organisaties om mee te denken voor oplossingen; met dit plan doen wij dat.”