Wiersma in gesprek met sector over transportwaardigheid varkens

Varkens met kleine wondjes, de zogenoemde ‘oranje dieren’, mogen niet worden vervoerd naar het slachthuis. Dit is al langer een punt van ergens in de sector. Van der Plas stelde tijdens een debat over de NVWA dat de wijze van beoordelen een rem zet op de ontwikkeling van het stoppen met couperen. De varkenshouderij streeft er naar hier in 2035 mee gestopt te zijn. „De varkenshouders die vooroplopen, worden door deze regels tegengewerkt”, stelt Van der Plas.
Het BBB-Kamerlid somt op dat veel factoren van invloed zijn op staartbijten. Dit kan met voeding, huisvesting, fokkerij en het stalklimaat te maken hebben. Ze wijst erop dat het ook voorkomt in de biologische varkenshouderij. „Dat geeft al aan dat het niet allemaal komt doordat varkens in te kleine of kleine ruimtes zitten. Het is een probleem dat heel veel factoren kent.”
De fractievoorzitter vraagt of de minister met beleid kan komen dat de tegenstrijdigheid wegneemt. De situatie over transportwaardigheid is bekend op het ministerie, vertelt Wiersma. „Daarvoor lopen op dit moment al gesprekken met NVWA, mijn departement, de sector, Vee&Logistiek en de COV om tot oplossingen te komen. Op dit moment wordt dit goed in kaart gebracht. Ik deel die zorgen ook. Dit voorjaar ga ik u ook over dat traject informeren. We zijn dus inmiddels volop bezig om dit aan de kaak te stellen.”
Handhaving wettelijk toegestane houderijvormen
BBB en SGP dienden ook een motie in over de handhaving van de wettelijk toegestane houderijvormen. De aanleiding is een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) over een handhavingsverzoek van Varkens in Nood. CBb oordeelt dat de minister niet voldoende heeft onderbouwd dat dieren niet lijden in een kraambox. ‘Veehouders investeren in hun stallen voor vijftien op basis van op dat moment geldende en bekende toekomstige wet- en regelgeving. Het is niet redelijk dat boeren daarna worden geconfronteerd met koerswijzigingen in de handhaving die grote impact hebben op de bedrijfsvoering’, zo staat in de motie.
Van der Plas is daar erg gefrustreerd over: „De kraamboxen in de varkenshouderij zijn wettelijk toegestaan. Dan komt er een actiegroep even door de raampjes van de zichtstal kijken. Die doet vervolgens een handhavingsverzoek bij de NVWA. Daar komen dan rechtszaken over. Vervolgens zegt het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat er een nadere onderbouwing moet komen op het houden van biggen met de zeug in een kraambox, terwijl dit gewoon wet- en regelgeving is. Dit is gewoon toegestaan in Europa en in Nederland. Vervolgens is de NVWA, dus eigenlijk het ministerie, niet met die onderbouwing daarvan gekomen.”
Staatssecretaris Jean Rummenie (BBB), verantwoordelijk voor het NVWA-beleid, gaf eerder al aan dat hij de Kamer hierover nader gaat informeren. Daarom vroeg hij aan zijn partijleider donderdag om de motie aan te houden. „In het geval van een handhavingsverzoek moet de NVWA de nu geldende norm toepassen op een individuele casus. De NVWA vraagt daarvoor een zienswijze aan beide partijen, dus ook aan het agrarisch bedrijf, bekijkt de omstandigheden van het concrete geval en houdt daar rekening mee bij haar oordeel.”
De uitspraak van het CBb loopt volgens Rummenie op de uitkomsten van het traject ‘Dierwaardige Veehouderij’. Deze zullen in juni naar de Kamer worden gestuurd.
Tijd voor actie
Van der Plas wil dat er nu al actie op wordt ondernomen. „Het feit blijft natuurlijk heel vreemd dat iets wat wettelijk is toegestaan door het ministerie moet worden onderbouwd, dat die onderbouwing er niet komt en dat daardoor varkenshouders in een soort van onzekerheid zitten. Het gaat niet alleen om deze casus, maar dit gaat gevolgen hebben voor heel veel varkenshouders.”
Rummenie vraagt toch aan Van der Plas om de motie nog niet in te dienen, omdat hij op korte termijn met een reactie op deze casus komt.