Wiersma ziet nog niet genoeg ruimte op mestmarkt om derogatieverlies te compenseren. 'Maar ik zet alles op alles'

„Op dit moment zijn de maatregelen nog niet voldoende om het verlies aan plaatsingsruimte te compenseren“, zei de minister. Maar ze voegde eraan toe dat nog niet alle resultaten van die maatregelen bekend waren.
De maatregelen die potentieel de meeste zoden aan de dijk zouden zetten zijn een toelating van renure en het verkrijgen van een nieuwe derogatie. Voor deze twee zaken voeren zij en de ambtenaren van haar ministerie actief overleg in Brussel, vertelde ze. Renure wacht nog op goedkeuring door het Nitraatcomité van de Europese Commissie, maar verschillende lidstaten hebben daar nog vragen over, vertelde Wiersma. Een beslissing daarover zal daarom deze maand nog niet vallen. Maar de minister hoopt de lidstaten te hebben overtuigd voor de volgende bijeenkomst van het Nitraatcomité, midden juni.
Maar ook het voerspoor, de afroming van productierechten en de opkoopregelingen moeten ruimte creëren. Van die laatste twee maatregelen zijn nog niet alle resultaten bekend. Zodra dat wel het geval is, wordt volgens de minister duidelijk wat de resterende opgave zal zijn.
Brede beëindigingsregeling
De Brede Beëindigingsregeling die de minister vorig jaar had aangekondigd, en die ook stikstofruimte moet creëren, is nog niet van start gegaan. Dat komt omdat de uitgangspunten ervan zijn veranderd, vertelde de minister. Oorspronkelijk was het plan dat iedere veehouder daaraan mee kon doen, maar gaandeweg is Wiersma zich gaan realiseren dat de regeling beter moet aansluiten bij het stikstofprobleem, en bij de andere oplossingen die de ministeriële commissie die zich over het stikstofprobleem buigt, overweegt. „Op dit moment is het dus niet opportuun om een brede regeling zonder accenten neer te leggen“, stelde zij.
„Maar betekent dat dus ook dat die regeling nog niet genotificeerd is bij de Europese Commissie?“, vroeg Pieter Grinwis. Want opkoopregelingen kunnen enkel van start gaan nadat de Commissie die heeft goedgekeurd. Wiersma beaamde dat, maar stelde dat die notificatieprocedure snel zou kunnen gaan, omdat de nieuwe regeling wordt gemodelleerd naar de oude beëindigingsregelingen van minister Van der Wal, waar de Commissie al bekend mee is.
Extensiveringsplan
Een andere regeling die volgens de minister lucht op de stikstofmarkt kan bieden is het extensiveringsplan van de melkveesector, waarbij melkveehouders tijdelijk een aantal fosfaatrechten (en de bijbehorende koeien) inleveren. „Die vrijwillige regeling geeft de melkveehouder een extra optie“, zei de minister. André Flach (SGP) had desalniettemin bezwaren. Hij zag dat de deelnemende melkveehouders drie keer de rekening zouden moeten betalen. Ten eerste omdat ze, als ze tijdelijk hun veestapel reduceren, ze minder melk produceren en dus minder verdienen. Ten tweede, omdat het idee is dat de fosfaatrechten tijdelijk zouden worden opgekocht door de verwerkers - maar die zijn voor een groot deel coöperatief, dus eigendom van de melkveehouders. En ten derde, omdat die rechten zouden worden afgeroomd. Flach pleitte ervoor dat niet de verwerkers, maar de overheid het plan zou financieren.
Maar dat botst met Europese staatssteunregels, antwoordde Wiersma. „Ik kan dat niet zomaar compenseren.“ Ze zei bij te zullen dragen waar dat kan. „Maar de sector zal zelf ook een bijdrage moeten leveren.“