Boerenorganisaties pleiten bij ministeriële stikstofcommissie voor realistisch stikstofbeleid: 'Anders blijft het land op slot zitten'

De ministeriële commissie werkt via vier sporen (op gang brengen vergunningverlening, vermindering stikstofuitstoot, inzet richting Brussel en voldoen aan rechtelijke stikstofuitspraken) aan een aanpak om uit de stikstofimpasse te komen.

LTO hecht daarbij waarde aan een samenhangende aanpak. Dit betekent zowel juridische aanpassingen als een geborgde emissiereductie. Daarbij verwijst LTO voor het juridische deel ook naar het eigen plan dat onlangs is gepresenteerd. 'Dit vormt de basis voor een realistisch stikstofbeleid.'

Voorzitter Ger Koopmans in een video terug op een 'constructief' gesprek. 'LTO gaat graag het nadere gesprek aan over elk van deze vier sporen, waarbij duidelijkheid over het juridisch kader het fundament vormt.'

Agractie: Nederland gaat niet van het slot bij huidige invulling Habitatrichtlijn

Agractie heeft de stikstofcommissie erop gewezen dat Nederland niet van het stikstofslot afgaat als er geen andere invulling aan het begrip 'significante invloed' uit de Habitatrichtlijn wordt gegeven. 'Als dit probleem niet wordt opgelost dan blijft het land op het slot zitten.'

De oplossing die de boerenorganisatie daarvoor meermaals al heeft aangedragen: stel significantiestroken van 250 meter in langs stikstofgevoelige soorten. Dit betekent dat er buiten deze zones geen passende beoordeling meer nodig is, volgens Agractie. 'Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat er geen causaal verband is aan te tonen tussen de emissie van een bron en de depositie wanneer de bron op meer dan een paar honderd meter van een stikstofgevoelig gebied lig', zo staat in de inbreng.

Agractie erkent dat er nog aanvullend emissiebeleid nodig is. Dit moet alleen niet via emissieplafonds per bedrijf, maar via regionaal beleid in de gebieden waar dat het meeste nodig is. Daarvoor zouden focusgebieden aangewezen kunnen worden. Agractie is daarbij voorstander van innovatie: 'Dit komt alleen van de grond als de vergunningproblematiek is opgelost'.

Daarnaast uit Agractie zoals vaker is gedaan, kritiek op het natuurbeleid. Uit de natuurdoelanalyses blijkt helemaal niet dat de natuur verslechtert. Ook de beheerplannen schieten te kort, meent Agractie. 'Het hele natuur- en stikstofdossier hangt aan elkaar van een gecreëerde werkelijkheid die in stand gehouden moet worden vanwege belangen en om gezichtsverlies te voorkomen.'

Biohuis: omschakeling van tweeduizend melkveebedrijven kan forse stikstofreductie opleveren

Biologische landbouw kan fors bijdragen aan het verminderen van de stikstofuitstoot. Dit was één van de punten die voorzitter Pipie Smits van Oyen woensdag inbracht bij een sessie van de Ministeriële commissie Economie en Natuurherstel in het Catshuis.

Als voorbeeld noemt Smits van Oyen ze de biologische melkveehouderij. „De ammoniakemissie in het veld en uit de stal zijn ruwweg veertig tot vijftig procent lager dan in de gangbare melkveehouderij. Een omschakeling van pakweg tweeduizend melkveebedrijven zou een significante stikstofreductie met zich mee brengen. Daarmee ontstaat er ruimte voor de natuur, de gangbare en de biologische boer", aldus de Biohuis-voorzitter. „Ook de verplichte weidegang draagt daaraan bij. Onafhankelijke onderzoeken van onder meer de WUR in Wageningen bevestigen dit.”

Impact geopolitieke spanningen

Biohuis heeft daarnaast toegelicht dat biologische landbouw juridisch geborgd is in wettelijke regels van een Europese verordening en minder gevoelig is voor geopolitieke spanningen. Smits van Oyen: „Met een export die voornamelijk op Europa is gericht, heeft zij minder last van importbeperkingen. Ook is zij minder afhankelijk van strategische import producten gemaakt uit fosfaat, olie of gas.”

Vraag neem toe

Biologische landbouw kan daarom volgens Biohuis ruimte creëren voor de natuur, de gangbare en de biologische boer. „Voor de huidige en toekomstige biologische boer is echter van belang dat ook de afzet toeneemt. Wij zien nu al dat die vraag naar biologisch in de markt toeneemt. En wanneer de overheid nog sterker haar rol pakt, om de markt te stimuleren, kan dit nog sneller gaan. Wij hebben dan, een schaalbare oplossing, die ook nog eens economisch perspectief biedt aan de boer.”