Positieve resultaten onderzoek voorkoming spreidstand bij biggen

Spreidstand is een aandoening waardoor biggen niet op hun vier pootjes kunnen staan. Het gevolg is dat ze over een beperkte mobiliteit beschikken en daardoor vaak niet in staat zijn om van de tepel te drinken. En ze een grotere kans hebben door de moederzeug te worden verpletterd.
Kraamstalindex
Een mogelijkheid om het spreidstandprobleem te vermijden is het hanteren van de kraamstalindex. In deze index worden gegevens van de fokberen geregistreerd. Heeft de beer bijvoorbeeld veel nakomelingen met een genetische afwijking, dan krijgt het een slechte score. Dit blijkt een nuttig systeem, maar kent wel een duidelijke beperking: de beer moet eerst nakomelingen krijgen, voordat fokkers weten of hij deze genetische afwijking al dan niet bij zich draagt. Dankzij het onderzoek van Jaro De Kort kan het op termijn mogelijk zijn de geboorte van spreidstandbiggen te vermijden. De Kort voerde een ‘genoomwijde associatiestudie’ bij Piétrainberen uit. In een notendop: een breed DNA-onderzoek. In een toelichting op zijn onderzoek legt De Kort uit: „Op basis van de kraamstalindex hebben we de genetica van beren die relatief vaak biggen met spreidstand geven, vergeleken met het DNA van beren die dat nooit doen. Daarbij hebben we iets in het DNA aangetroffen wat mogelijk een (mede-)oorzaak kan zijn van spreidstand.” Het onderzoek wordt verder voortgezet. „Wat we vonden is pas een eerste signaal, dat verder moet worden onderzocht”, aldus De Kort. „Waar we in de eerste fase enkel beren hebben onderzocht, zijn we nu ook genetische stalen aan het nemen van de moederzeugen en de getroffen biggen zelf.”
Meest voorkomend
Volgens De Kort is spreidstand de meest voorkomende genetische afwijking bij varkens. „Wereldwijd wordt deze afwijking bij één tot acht procent van de biggen aangetroffen”, zegt De Kort. „Maar als ik kijk naar onze eigen data, afkomstig van Belgische varkensbedrijven verbonden aan de Vlaamse Piétrainfokkerij, ligt het cijfer rond één procent.”
Reductie biggensterfte
Vijftig procent van de biggen met deze aandoening overleeft het niet. De Kort hoopt dat door zijn onderzoek de biggensterfte aanzienlijk zal reduceren. „Spreidstand wordt gezien als een vertraagde spierontwikkeling in de ledematen”, zegt De Kort. “Je kan de overlevingskansen ietwat vergroten door de achterste poten samen te binden. In sommige gevallen kan de big dan met de kracht van beide poten samen zich toch nog voortbewegen.” Met de leeftijd wordt het big wel sterker. De overlevingskansen stijgen significant als het dier in staat is de eerste week te overleven, maar in zeer veel gevallen wordt het voor die tijd geplet door de moeder, of uitgehongerd omdat de tepel buiten bereik ligt.
Dierenwelzijnsprijs
Voor zijn onderzoek ontving De Kort uit handen van de minster van Dierenwelzijn Ben Weyts de dierenwelzijnsprijs van 1.250 euro. De minister onderstreept dat dit onderzoek meehelpt om deze aandoening uit de wereld te helpen en kan zorgen voor een toekomst zonder kreupele biggen. Want door slimme genetische selectie kunnen we het welzijn van tienduizenden varkens per jaar verbeteren en een grote stap zetten naar een gezondere varkenshouderij”, aldus Weyts.