Column: Green Deal in Afrika

We zijn als bedrijf de laatste jaren actief geweest in Marokko. Natuurlijk om zaken te doen maar het voelt ook wel een beetje als ontwikkelingshulp. Met onze kennis en geld zijn we in staat de voedselproductie in zo’n land flink te verbeteren. Niet door grote veranderingen of dito subsidies maar gewoon door de slimme, Nederlandse technieken toe te passen. Belangrijk daarbij is wel dat de technieken worden aangepast aan de lokale omstandigheden en dat de lokale ondernemers (boeren, maar bijvoorbeeld ook zuivelfabrieken) ze accepteren. Dat laatste valt niet mee.
Schaalvergroting
Ik had een gesprek met een boer met drie koeien. Hij was herder en liet zijn koeien grazen op openbare weides. Hij was dus niet verzekerd van gras en water en had al helemaal geen schaduw voor zijn koeien. Ik opperde of het niet beter was een stalletje te bouwen, een put te slaan en gras te zaaien. Hij had daar tijd zat voor, want de halve dag lag hij te luieren in de zon. Hij zei dat hij daar geen geld voor had en dat hij met zijn koeien voldoende eten had voor zijn gezin. Geheel op zijn Nederlands probeerde ik hem uit te leggen dat de kosten voor de baten uitgaan. Hij kon een kleine lening afsluiten bij de bank en daarmee zijn benodigde investeringen doen. Als hij dan de koeien goed zou voeren en onderhouden, zou hij geld verdienen met melk verkopen. Met dat geld kon hij de lening aflossen en zijn gezin onderhouden. Er zou ook genoeg geld overblijven om de voerleverancier te betalen (niet onbelangrijk). Hij begreep wel wat ik bedoelde maar schrok wel terug van de hoeveelheid werk en zorgen die hij dan op zijn hals haalde. Maar Marokkanen zijn ondernemers dus hij wilde wel mijn oplossing daarvoor weten. Natuurlijk had ik die. De oplossing zit in schaalvergroting. Met nog meer koeien kon hij personeel inhuren en er is in Marokko voldoende betaalbaar personeel te krijgen. Hij zou dan juist minder kunnen gaan werken en dan tijd over hebben voor zijn gezin en om lekker te relaxen. Zijn antwoord was even scherp als verrassend: “Dat heb ik nu toch ook al? Wat ben ik dan opgeschoten?”
Handelsgeest
Vergeleken met veel andere landen beschikt Nederland over een uitzonderlijke handelsgeest. We zien overal mogelijkheden om geld te verdienen en te investeren. Dat leidt tot mooie ondernemingen, veel werkgelegenheid en een positieve handelsbalans. Dankzij de daardoor gecreëerde welvaart kunnen we ons veroorloven ons druk te maken over de minder belangrijke zaken des levens. Ik heb daar met verschillende Marokkaanse mensen over gesproken en uitgelegd waar wij ons dan druk over maken. Dat is in ieder geval niet over voldoende en veilig voedsel. We hebben alles in overvloed en raken al in paniek als de koffie bij de supermarkt is uitverkocht. Lubach moet er zelfs een item aan wijden om reclame te maken voor goedkope huismerken (waar bemoeit die man zich mee?). Nee, wij maken ons druk over relletjes achter de schermen bij de televisiemaatschappijen, ons discutabele verleden en onze natuur. Die natuur is dan de natuur die wij wensen en de afgelopen eeuw door mensenhanden is gemaakt. Om die natuur te redden moet de stikstofuitstoot omlaag en dat gaat ten koste van alles. Budgetten voor defensie, zorg en onderwijs staan onder druk, maar de natuur moet worden gered. We geven dus miljarden uit om boeren te saneren. Ook de huidige minister van landbouw grijpt ook weer naar dit instrument. Natuurlijk heeft ze het ook over innovatie en ondernemerschap maar dat zijn lastige onderwerpen. Politiek gezien is saneren veel makkelijker, ondanks de miljarden die het kost en de onzekerheid over het effect op de natuur.
Meer dan welkom
Ga dat een Marokkaan (of een willekeurig andere Afrikaan) maar eens uitleggen. Ik heb dat geprobeerd en dat is niet te doen. Terwijl Marokko een ernstige, lange periode van droogte meemaakt, gaan wij vruchtbare akkers volleggen met zonnepanelen en worden veeboeren weggekocht en gestimuleerd een camping of een voedselbos te beginnen. Ondertussen zit de regering in Marokko met de handen in het haar en verzint allerlei subsidies en maatregelen om boeren te steunen. Er moet eten komen en dat mag wat kosten. Maar met geld alleen redt men het niet. Het gaat met subsidies niet meer regenen en boeren worden er niet slimmer van. De slimme landbouwpraktijken uit Nederland zouden dan ook meer dan welkom zijn.
Green Deal
Door krimp van de veestapel zal ook onze innovatie krimpen. Er is een bepaalde omvang nodig om innovaties uit te proberen en terug te verdienen. Gelukkig zijn er in Den Haag en Brussel mensen die weten hoe je geld kunt verdienen met kleinschalige landbouw (zonder subsidies) en ook nog iedereen voorzien in voldoende en veilig voedsel (hoewel je de eieren van hobbykippen al niet meer mag eten). Ik stel voor dat Frans Timmermans en Rob Jetten hun ideeën gaan overbrengen op de Marokkaanse regering. Die hebben wel behoefte aan een ‘green deal’ om hun landbouw en voedselproductie te redden. Dan kunnen wij in Nederland weer gewoon aan het werk en zorgen voor goed voedsel en een veilige leefomgeving.