Zorgen om Afrikaanse varkenspest
„AVP rukt toch steeds verder op vanuit Rusland en Oekraïne naar Litouwen en nu Polen. Wilde zwijnen trekken zich weinig van grenzen en protocollen aan.” De viroloog doet zijn uitspraken deze week in de regionale vakbladen Stal & Akker en Vee & Gewas.
In voedselketen
Arjan Stegeman, hoogleraar Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren aan de Utrechtse universiteit, maakt zich vooral zorgen om de hele kleine varkensbedrijfjes in Rusland en Oost-Europa. „Deze AVP komt al sinds 2007 in de Kaukasus voor, maar Rusland slaagt er maar niet in om het onder controle te krijgen. Mogelijk dat het komt omdat op die zogenaamde ‘backyard-farms’ met een paar varkens voor eigen gebruik het in de EU verboden keuken- en slachtafval (swill) wordt gevoerd. In Litouwen zijn ze nu met bewustwordingscampagnes gestart.”
Ook zijn CVI-collega Loeffen vreest dat het AVP-virus al in de voedselketen in Oost-Europa zit. „Het is een zeer resistent virus dat in vlees en vleesproducten, afhankelijk van de verwerking, heel lang kan overleven. Als een toerist of een Pool bijvoorbeeld een besmette worst naar Nederland meeneemt en die zou hier in contact met varkens komen, dan hebben we een heel groot probleem.”
Beide deskundigen wijzen er ook op dat op de vele kleinschalige bedrijfjes in Oost-Europese landen de varkens vaak op het erf of in de omgeving rondlopen. En ze komen dus sneller in contact met wilde zwijnen.
Afrikaanse varkenspest dodelijker
De Afrikaanse varkenspest is dodelijker dan de klassieke varkenspest (KVP) die Nederland in 1997/’98 trof. „Dat waren matig virulente stammen met een sterftecijfer van 10 tot 30 procent. Bij deze AVP kan dat oplopen richting 100 procent. De symptomen van beide ziektes lijken op elkaar, maar verder zijn er meer verschillen dan overeenkomsten.”
Bij verdachte sterfgevallen, die aan de NVWA moeten worden gemeld, zal de GD ook op beide ziektes controleren.
Tekst: Lauk Bouhuijzen