Speendiarree: diagnostiek en interpretatie
Speendiarree wordt in een groot aantal gevallen veroorzaakt door een ziektemakende E. coli stam, die is uitgerust met verschillende virulentiefactoren. Deze virulentiefactoren kunnen aangezien worden als factoren die cruciaal en essentieel zijn voor het uitlokken van het ziektebeeld, met name de waterige diarree, die aan de grondslag ligt van het finale ziektebeeld in de stal. Vόόr de varkenshouder en dierenarts overgaan tot een staalname om deze factoren in beeld te brengen, kan op basis van een aantal vrij eenvoudige klinische symptomen al een mogelijke diagnose gemaakt worden. Een belangrijke parameter hierbij is de periode waarin de diarree voorkomt. Onder Benelux omstandigheden zal dit meestal tussen drie en vijf dagen na het spenen zijn. Daarbij zal een substantieel aantal biggen duidelijke tekenen van platte mest tot waterige diarree vertonen.
Wanneer de hokken een specifieke behandeling tegenover de vermoedelijke oorzaak toegediend krijgen, zal dit meestal (indien er geen resistentie aanwezig is) leiden tot een vrij snel herstel van de gezondheid en een verbetering van de mestscore van de dieren. Voor toekomstige strategische interventies, met name het inzetten van een vaccin ter preventie van speendiarree, is het van cruciaal belang om de oorzakelijke ziektekiemen iets specifieker te typeren. Hierbij worden monsters van biggen met waterige diarree verzameld en voor verder laboratoriumonderzoek aangeboden. Verder onderzoek omvat initieel een bacteriekweek, waarbij de oorzakelijk kiem wordt geïsoleerd. Deze kiem wordt vervolgens aan de hand van genetische technieken verder gekarakteriseerd, meer in het bijzonder op aanwezigheid van virulentiefactoren. Er zijn in essentie twee belangrijke types virulentiefactoren, namelijk de fimbriae of aanhechtingsfactoren enerzijds en de enterotoxines of gifstoffen die de diarree uitlokken. De aanhechtingsfactoren zorgen ervoor dat de kiem zich ter hoogte van de darmwand kan vasthechten. Hierdoor komt de kiem in nauw contact met de darmcellen en worden vervolgens de gifstoffen vrijgesteld die zullen zorgen voor het verstoren van de electrolietenbalans ter hoogte van de darmcellen. Hierdoor wordt uiteindelijk extra vocht vanuit de big naar de darm aangetrokken, wat leidt tot waterige diarree. Beide virulentiefactoren dienen aanwezig te zijn om tot een uitbraak van speendiarree te kunnen leiden.
Gerelateerde artikels:
Speendiarree: mestscore als hulpmiddel voor evaluatie problematiek
Hebben uw biggen dunne mest na het spenen? Start met vaccineren
Beeld: Elanco
Bron: Dipl. ECPHM Sr. Technical Consultant Swine Benelux – Elanco Animal Health