Zomerhitte kan negatief effect hebben op najaarse vruchtbaarheid
Net na de zomer hebben zeugen van nature een minder goede vruchtbaarheid. Ieder najaar zijn er volgens AgruniekRijnvallei daarom vruchtbaarheidsproblemen zoals niet in bronst komen, langere spenen-bronst-interval, meer terugkomen en meer verwerpers. Wanneer de zeugen in deze periode drachtig raken, betekent dit dat ze rond de wintertijd zullen werpen. In het wild zou de overlevingskans van de zeug en het big in de winter kleiner zijn, onder andere doordat ze minder voedsel kunnen vinden. Daarom krijgt de zeug in de winterperiode minder graag biggen wat zich uit in een verminderde vruchtbaarheid net na de zomer. Daarnaast hebben ook de kortere dagen, minder licht en warme zomers invloed op de vruchtbaarheid van de zeug.
Hittestress
Hittestress is een belangrijke oorzaak van een verminderde vruchtbaarheid bij zeugen. Niet alleen de door de hitte van afgelopen periode, maar ook in de nazomer kan de temperatuur flink oplopen. Een zeug ervaart al hittestress bij temperaturen boven de 24 graden. Bij hoge temperaturen neemt bovendien de voeropname af en gaan de zeugen in conditie achteruit. Voor een goede vruchtbaarheid in het najaar moet de conditie van de zeugen in de zomermaanden zo goed mogelijk op peil gehouden worden.
Lichtmanagement en klimaat
Het korter worden van de dagen heeft een negatief effect op de hormoonhuishouding van zeugen. Een zeugenhouder moet daarom voor voldoende licht en voor een constant dag-nachtritme zorgen, zodat de afnemende daglichtlengte geen invloed heeft op de bronst. Voor stimulering van de bronst is 150-200 LUX gedurende 16 uur per dag nodig.
De temperatuur in de kraamstal en in de dek-/wachtstal moet een zeugenhouder goed in de gaten houden. In de kraamstal is de temperatuur vaak te hoog voor de zeug met als gevolg hittestress. De temperatuur kan daarom het beste rond de 20 graden worden gehouden. De dek- en wachtstal zijn daarentegen vaak te koud door tocht en koude luchtval in de nazomer. Pas de ventilatie en de temperatuur in de stal daarom aan op de situatie en probeer deze zo constant mogelijk te houden.
Voederschema
De grootste uitdaging is volgens de mengvoerfabrikant het op peil houden van de opname gedurende de kraamperiode. Voer de dieren bij voorkeur tijdens koele momenten en voorzie ze van voldoende schoon en fris water. Een speciale hittestressmix kan de zeugen extra ondersteunen tijdens deze periode. Daarnaast kan het voerschema worden verhoogd. Dit helpt de zeugen om meer energie binnen te krijgen. Deze energie is nodig voor de productie en ontwikkeling van de nieuwe eicellen en is daarmee belangrijk voor de vruchtbaarheid. Het toevoegen van extra lactose en dextrose gedurende de lactatie en dracht kan in de extra energiebehoefte voorzien. Voor een betere eicelkwaliteit kan een flushvoer gebruikt worden. Gedurende een korte periode wordt een verhoogd voerniveau toegepast. Dit is gericht op het verbeteren van de reproductiviteit in de periode van spenen tot insemineren. De hoge inname van energie en voedingstoffen zorgt naar de mening van AgruniekRijnvallei voor een betere eicelkwaliteit.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Agrio archief
Bron: AgruniekRijnvallei