Meer Vlaamse varkensmest naar Frankrijk

Net als in Nederland komt ook in Vlaanderen steeds meer dikke fractie beschikbaar. Dit is een gevolg van de gestegen mestverwerking en de toegenomen interesse van zowel varkens- als rundveehouders in de aanwending van de dunne fractie op hun eigen bedrijf. De afzet van de dikke fractie in de Vlaamse landbouw wordt sterk bemoeilijkt door de fosforinhoud en de strengere fosforbemestingsnormen. Daarom gaat de dikke fractie veelal naar een externe installatie voor compostering, droging of vergisting, om vervolgens als eindproduct naar voornamelijke Franse akkers te worden getransporteerd. Dit blijkt uit een deze week tijdens de Vlaamse Mestdag gepresenteerde inventarisatie van 76 studies en publicaties over de techniek van mestscheiding, de samenstelling van dikke fractie, de bijdrage aan de opbouw van organische stof in de bodem en de wetgeving omtrent dikke fractie.

Concurrentie Nederlandse mest

„De concurrentie op de Franse mestmarkt is toegenomen”, beaamt Wim van Horck van Agro Limburg. „Dit komt slechts deels door het toegenomen aanbod vanuit Vlaanderen. De strengere Duitse mestwetgeving die sinds vorig jaar van kracht is, heeft een veel grotere impact. De mestafzet bij onze Oosterburen is sindsdien veel moeilijker. Het gevolg is dat diverse partijen vervangende afzet in Frankrijk zoeken.”

Onbetrouwbare mestanalyses

Opvallend is dat op in Vlaanderen nog redelijk wat ruimte is voor dierlijke mest. Immers een kwart van de Vlaamse akkerbouwers voert minder dierlijke mest op zijn akkers aan dan wettelijk is toegestaan. Belangrijkste redenen waarom akkerbouwers minder aanwenden zijn: een te sterk variërende samenstelling, onbetrouwbare mestanalyses en een moeilijke organisatie van het transport in het bemestingsseizoen. Anderzijds kan de dikke fractie van varkensmest door de geldende fosfaatbeperkingen moeilijker worden aangewend op de Vlaamse akkers. Oorzaak hiervan zijn o.a. de grote fosfaatverschillen in de dikke fractie tussen varkensmest die is gescheiden door een centrifuge en runderdrijfmest gescheiden met een vijzelpers. De dikke varkensmestfractie kent dan met 18 kg P2O5/ton een veel hoger fosfaatgehalte dan de dikke fractie van rundermest na scheiding met een vijzelpers (4 kg P2O5/ton). Dit bemoeilijkt voor de Vlaamse akkerbouwers de aanwending van de varkensmest.