Column: Column: Biggengroei
We worden bedolven onder de pretpakketten biggenvoeders. Met wat er via de post binnenkomt en om de deur gezet wordt, kunnen we een toom biggen op 25 kilo voeren. De bijbehorende folders zijn wervend en lovend. In feite is het droefenis; de landelijke levensgroei per big stagneert al jaren op 325 gram daags en dat is bijzonder laag.
Simpel brokje
Ik herinner me onze grondhokken van dertig jaar geleden. De biggen lagen op 0,2 m2 en werden geleverd op 22 kilo. Met een simpel brokje kwamen de Dalland Vemo’s van destijds vlot op 400 gram groei. Nu moeten de biggen in het kraamhok vertroeteld worden met dure papjes, gaan ze gelijk na spenen op 0,3 tot 0,4 m2 en is ook vervolgens hogere wiskunde nodig om uiteindelijk tot 80 procent van de groei van dertig jaar geleden te komen. Waar ging het mis? Heeft het met de combinatie van aantallen, gezondheid en genetica te maken of zijn we met ons voer in Nederland juist achteruitgeboerd?
In de praktijk kom je vandaag voerkosten per 25 kilo-big tegen van 7 tot 12 euro; alleen dat financiële verschil is al groter dan 5 biggen productie per zeug. Met eigen zelfmengen, graanreiniging en fermentatie lukt er veel, maar een hoge groei ook niet. Omdat de aantallen biggen wel fors toenemen en de beschikbare ruimte gelijk blijft, ging ik op zoek. Eerst biedt de eigen vleesvarkensstal nog wel ruimte, maar dat is geen structurele oplossing. Minder zeugen, bijbouwen; alles kan.
Weinig toeters en bellen
Maar eerst heb ik een referentiebedrijf bezocht met gelijke omstandigheden in aantallen zeugen, huisvesting, voersysteem en beschikbare grondstoffen. Hij boekt tot 25 kilo een volle week winst ten opzichte van ons en dat met weinig toeters en bellen en voerkosten als laagste binnen de genoemde bandbreedte. Inclusief leverancier van kernen en advies ben ik gaan kopiëren. We boeken vooruitgang en dat uiteraard met behoud van krulstaarten.
Bedrijfsleider Jan Scholten van mijn referentiebedrijf komt 12 september tijdens de PigBusiness thema-avond zijn verhaal houden.