Als Zink niet meer mag (3)
Wat kun je als varkenshouder zelf doen tegen Coli?
Lees hier meer over het verminderen van uitval en verbeteren van groei.
Risicofactoren voor Coli problemen na spenen:
De oorzaak van Coli-problemen is dat de big méér voer opneemt dan het maagdarm-kanaal op dat moment kan verteren en fermenteren. Belangrijk is daarbij om sprongen in voeropname te voorkomen; zowel te lage als plots te hoge voeropname is niet goed. Onvoldoende vertering leidt tot onverteerde voerresten in de darm waarop bacteriën zoals Coli kunnen groeien. Een belangrijke maatregel tegen Coli problemen na spenen is dat de big al vóór spenen gewend is vast voer op te nemen en dat de darm van de big gewend is om vast voer te verteren en te fermenteren.
In onderstaande tabel staan een aantal belangrijke aandachtspunten ter voorkoming van problemen na spenen.
Tabel 3: Aandachtspunten ter voorkoming van speenproblemen door Coli bacteriën
Aandachtspunt | Omschrijving | Oplossing |
Omgeving | - Te koud in de stal na spenen, het MaagDarmKanaal functioneert dan minder | - Minimaal 28 C |
- Matten op roostervloer | ||
- Check klimaat en check of putventilatie een rol speelt | ||
- Stress door nieuwe hokgenoten | ||
- Niet mengen van tomen | ||
Water | - Moet schoon zijn, makkelijk beschikbaar | - Extra bakken neerzetten dag 1-3 na spenen |
- Streven naar opname van 10 % van het lichaamsgewicht van de biggen | ||
- Controle van de waterleidingen | ||
Voeropname in de kraamstal | - Dit is de belangrijkste factor om de big te leren voer opnemen en de darm te leren voer te verteren en te fermenteren | - Minimale opname 400-500 g. per big in de kraamstal |
- Gevarieerd voeren in de kraamstal zorgt dat biggen meer eten en dat de ‘angst’ voor vast voer verminderd | ||
- Hou ze nieuwsgierig en actief: Laatste week voor spenen minimaal 3 x per dag voer geven, gevarieerd voer aanbieden, vezels aanbieden zoals luzerne | ||
Voeropname ná spenen | - Voorkom te lage voeropname dag | - Extra bakken neerzetten |
1 - 5 na spenen, dit geeft schade aan de darm en verlaagt de verteringscapaciteit | - Hou ze nieuwsgierig en actief: minimaal 3 x per dag voeren in de eerste dagen | |
- Probeer vanaf 5-6 dagen na spenen de voeropname geleidelijk te laten stijgen. Voorkom plots te hoge voeropname. | - Registreer de voeropname per dag. Plotse verhoging van voeropname vanaf dag 5 na spenen proberen af te remmen dmv. ander voer, meelvoer, bak dichter te draaien, luzerne bijgeven | |
Ook bij Oedeemziekte, dus wat langer na spenen, speelt dit een rol. | ||
Juiste voeding | - Ondersteuning van de vertering: | - Goed verteerbare grondstoffen, zowel eiwit als vetten |
De capaciteit van de darm om te verteren is nog te laag. Goed verteerbare grondstoffen en toevoegingen die de vertering verbeteren kunnen helpen om onverteerde voerresten in de darm tegen te gaan. | - Grove delen en vezels om maagfunctie te bevorderen en de dikke darm goed vocht te laten absorberen | |
- Toevoeging van kortketen zuren aan voer en/of water | ||
- Afremmen van de groei van bacteriën: | - Boterzuur, enzymen, diverse producten ….. | |
Bepaalde toevoegingen kunnen de groei van bacterien/ziektekiemen tegengaan. | ||
- Zink: Mag niet meer | ||
- Smakelijk voer, etc. | - Kortketen zuren helpen o.a. tegen Coli’s | |
- Middellangketen zuren werken meer tegen Gram+ bacterien | ||
Vaccinatie | Vaccinatie tegen Coli stammen: deze verhinderen de aanhechting van Coli bacteriën aan de darm of geven bescherming tegen door Coli geproduceerde gifstoffen | - Er zijn vaccins tegen Oedeemziekte en Speendiarree |
Over de darm:
- De darm is eigenlijk een buis die met de buitenwereld in verbinding staat en dwars door het dier kronkelt. In de darm wordt continue beslist welke stoffen veilig zijn en opgenomen mogen worden en welke gevaarlijk zijn en met de mest moeten worden uitgescheiden. Om dit systeem te helpen wordt voedsel zo klein mogelijk gemaakt = vertering, en op moleculair niveau door de darm opgenomen. Daarnaast zijn rond de darm veel immuuncellen actief.
- Anders dan bij andere organen wordt de darm niet alleen gevoed vanuit de bloedvoorziening, maar ook direct vanuit de opgenomen voeding.
- De bacterieflora in de darm ondersteunt de darm door o.a. melkzuur te produceren en onverteerde voedingsstoffen te helpen afbreken = fermenteren. Ook is door de aanwezigheid van ‘goede’ bacteriën er geen plaats meer van andere ‘slechte’ bacteriën = kolonisatieresistentie.
Tekst: Annemarie Dirkzwager