Woensdag 19 september thema-avond in Nederweert-Eind
Je bent nooit klaar met ontwikkelen op een varkenshouderij
Met de groei van het bedrijf begon de opslagcapaciteit en flexibiliteit achter te lopen. Arjan van Leeuwen bouwde het afgelopen jaar een compleet nieuwe voerkeuken voor de circa 10.000 vleesvarkens. In de twee en half meter diepe kelder staan nu twee voerfabriekjes: een maal- en menginstallatie, en een brijvoerinstallatie. Ook de unieke bijproductenbunkers van pvc/beton zijn in deze ruimte gebouwd. Arjan gaat voor een maximale bedrijfszekerheid; zowel qua logistiek, kwaliteit als hygiëne.
Tot 19 componenten
Bijna alles is hier in tweevoud uitgevoerd. Voeren gebeurt nu alleen nog overdag. Vanuit een soort ‘skybox’, met uitzicht over de hele installatie, wordt alles aangestuurd. Circa 40 meter aan loopbruggen, bordessen en hekwerk zorgt voor een veilige, overzichtelijke werkomgeving. De uiteindelijke eindbrij kan bestaan uit maximaal 19 componenten.
Productie aanvullend voer
Arjan maalt en mengt alles zelf. Van de ongemalen droge grondstoffen is de kwaliteit beter te controleren. Tarwe en gerst worden bewust met hoge hectolitergewichten aangekocht. De installaties zijn ruim en overzichtelijk opgebouwd. Dat begint al met de aanvoer van droge producten via starre vijzels en trogvijzels vanuit de buitenstaande silo’s. Bewust koos hij voor deze slijtvaste vorm van transport. Voor verticaal transport koos hij voor zogenoemde elevators. Granen gaan vóór het malen door een graanreiniger. Met twee hamermolens van 30 kW die een flinke overcapaciteit hebben, maalt hij zijn grondstoffen naar behoefte fijn of grof. Het gaat om tarwe, gerst, soja-, raapzaad- en zonnebloemschroot. Een lintmenger mengt deze gemalen grondstoffen en twee kernen tot drie soorten compleet aanvullend voer. Het gaat in charges van 1.000 kilo tegelijk, circa 2 ton per uur. Dit gebeurt overdag en daardoor gebruikt hij zijn eigen geproduceerde zonne-energie. „Ik verdien geld met malen en mengen”, is zijn zegswijze.
Opslag aanvullend voer
Het gemalen aanvullend start-, groei- en afmestvoer slaat Arjan pendelend op in zes modulesilo’s van vijf ton. Een dubbele set dus, ook om hygiënisch te kunnen werken. Arjan: „Het voer wordt nooit ouder dan één tot twee dagen waardoor entero’s geen kans hebben. Door slechts één droge component in te hoeven doseren in de brijtank, ben ik 200 minuten sneller per dag, is de dosering nauwkeuriger en ik heb dus altijd voorraad. Mocht mijn maalinstallatie één of twee dagen niet kunnen draaien, levert dat niet direct problemen op. Ik ben niet afhankelijk van een hamermolen die boven de brijvoertank hangt.”
Natte productie
De natte productie start met het maken van twee voormengsels. Het ene mengsel bestaat uit mengsel water, kaaswei, ccm en friet, het andere uit een mengsel kaaswei met brood. Voor het inweken en oplossen hiervan wordt een 40-tons liggende tank met een shovel beladen. Als het mengsel een dag ingeweekt is, pomt Arjan het over naar één van de bijproductenbunkers.
Het water in de voormengsels is grotendeels spoelwater, afkomstig uit de tien inpandige voorraadbunkers van de verpompbare producten. Daarin worden producten opgeslagen als tarwezetmeel, tarwegistconcentraat, stoomschillen en sojafeed die allemaal first in - first out gebruikt worden. Er wordt dus nooit een verse vracht bij een oud restant gepompt. Arjan: „Als een bunker leeg is spoel ik die met 10-15 kubieke meter water. Omdat we pendelend werken, wordt elke 45-tons bunker zo om de vijf tot tien dagen met een druk op de knop automatisch gereinigd. Eventueel aangekoekte resten bovenin verwijderen we met de hogedrukspuit.” De kans dat een gistend product de nieuwe voorraad verontreinigt is nu tot een minimum beperkt. Maar dat is qua kwaliteitsbewaking Arjan nog niet voldoende: „Alle tien bijproductenbunkers, de acht uitdoseertanks en mijn 4,5 kuubs mengtank zijn van boven allemaal open. Ik wil beslist zicht hebben op het product dat erin zit. Kleur, geur, viscositeit en eventuele gisting merk ik op deze manier direct op. Gisting wil ik voorkomen, evenals ontmenging. En ik wil zien of echt alles schoon is.”
Mengen
De vernieuwde voerkeuken is nu vijf maanden in gebruik. Arjan gaat deze avond nog niet vertellen in hoeverre dit zijn technische resultaten al verbeterd heeft. „Dat is nog te vroeg”, zegt hij „Investeren is ook verbeteren. En dan kijk ik ook naar de mengtijd. Momenteel kan ik overdag 22 charges van 4,5 ton in 450 minuten produceren, volledig met eigen opgewekte energie. Eerder kostte me dat 14 uur en had ik storingen ook ’s nachts. Nu kan ik snel op tijd en op verzadiging voeren. De grootste porties doseer ik ‘s ochtends. Door met de sensors de frequentie van de brijpomp later op dag aan te passen kan ik ook kleinere porties uitdoseren. Dat voorkomt overvoerde varkens en zorgt dat de troggen echt leeggegeten worden. Dat moet in de voerconversie en slachtresultaat zichtbaar worden. Het grote aantal verschillende componenten maakt ons zeer flexibel.”
Later geen spijt krijgen
Het masterplan voor een topvoerkeuken is bijna af. Er komt nog een extra mengtank bij, hetgeen de mengcapaciteit nog eens verdubbelt, en de drinkwatervoorziening wordt bovendien verbeterd. De komende tien jaar kunnen ze vooruit op dit vleesvarkensbedrijf. Arjan, technisch zeer goed onderlegd, heeft er lang aan gewerkt: „Je kunt aan zoiets beter twee en een half jaar werken en het goed doen, dan hiervoor een jaar uittrekken en later spijt krijgen dat je iets nagelaten hebt”, is zijn overtuiging.” Maar ook: “Je bent nooit klaar met ontwikkelen.”