Prinsjesdagpeiling: Schouten meest betrouwbare minister

Carola Schouten staat dit jaar op de eerste plaats (52 procent vertrouwen), gevolgd door haar ChristenUnie-collega Arie Slob (50 procent vertrouwen). Ze worden volgens EenVandaag beiden gewaardeerd om hun betrokkenheid en betrouwbaarheid. Zo zegt iemand over Schouten: „Ze is betrokken, als boerendochter heeft ze verstand van haar portefeuille. Ze zegt waar het op staat, maar gebruikt geen ingewikkelde termen: als een boer met gezond verstand." Dat ze als boerendochter veel van het onderwerp Landbouw weet en vaak het land in trekt, vinden kiezers dus positief. Al zijn er ook kanttekeningen. Zo vinden sommige ondervraagden dat ze zich te veel richt op de belangen van boeren in plaats van op dierenwelzijn en duurzaamheid.

Grootste daler

Het is opmerkelijk dat de kleine ChristenUnie, die slechts twee ministers levert, toch het goud en zilver weet te behalen. Uit de EenVandaag-peiling blijkt dat Schouten en Slob breed vertrouwen krijgen, bij kiezers van alle partijen scoren ze relatief goed. Maar de score van de VVD’ers in het kabinet is dramatisch te noemen. De liberalen leveren zes van de zestien ministers, maar de VVD’er die nog het meest wordt vertrouwd, komt niet verder dan plek negen. Die plek negen is voor premier Mark Rutte. Nederlanders hebben duidelijk minder vertrouwen in hem dan aan het begin van zijn derde kabinet. Stef Blok (nu 29 procent) is na zijn omstreden uitspraken van deze zomer de grootste daler, gevolgd door premier Rutte (nu 31 procent).

Dividendbelasting

Het hele kabinet krijgt ook maar een magere vertrouwensscore van 28 procent. Ook dat komt deels weer door het afschaffen van de dividendbelasting; daar is veel onvrede over bij de ondervraagden. De ploeg die christendemocraten heeft geleverd, is aan een opmars bezig. Nederlanders hebben sinds het aantreden van het kabinet meer vertrouwen gekregen in de CDA-ministers.

Vertrouwensscore ministers:
1. Schouten: 52 procent vertrouwen
2. Slob: 50 procent
3. Hoekstra en Grapperhaus: 41 procent
5. Ollongren en De Jonge: 38 procent
7. Bijleveld en Kaag: 37 procent
9. Rutte: 31 procent
10. Blok en Van Nieuwenhuizen: 29 procent
12. Koolmees: 28 procent
13. Dekker: 26 procent
14. Wiebes: 25 procent
15. Van Engelshoven: 21 procent
16. Bruins: 17 procent