Schouten: Risico AVP in Nederland klein tot medium
Deze conclusies trekt de minister na consultatie van de deskundigengroep dierziekten. Die oordelen dat de kans op introductie van AVP door migratie van wilde zwijnen de komende maanden zeer klein is, omdat de afstand tussen Nederland en de gebieden waar varkenspest is geconstateerd, groot is, en wilde zwijnen maar beperkte afstanden afleggen. Een groter gevaar is volgens de commissie de kans op besmetting door menselijk handelen. Die kans is klein tot medium.
De vondst van besmette wilde zwijnen in de Belgische Ardennen heeft de kans op AVP in Nederland niet veel laten stijgen. Maar hoe groter het aantal gebieden in Europa waar de ziekte heerst, hoe groter de kans is dat die ziekte ook overslaat naar Nederland.
Geen opstalplicht
Buiten gehouden varkens lopen geen groot risico op besmetting als ze niet in de buurt van een besmet gebied worden gehouden. En voor Nederlandse houderijen is dat op het moment nog niet het geval. Daarom acht de minister het nog niet nodig om maatregelen op te leggen voor buiten gehouden varkens. De preventieve maatregelen die al sinds de uitbraken in 2014 van kracht zijn, blijven daarentegen in werking.
Schouten geeft aan dat haar ministerie is voorbereid op een uitbraak van AVP. Het draaiboek waar de maatregelen in staan die LNV zal opleggen is klaargelegd. Ook de NVWA en andere organisaties hebben hun draaiboeken. Omdat het beheer van de wildezwijnenpopulatie een verantwoordelijkheid is van de provincies is de minister in gesprek met de provincies Gelderland, Limburg, Noord-Brabant en Overijssel (waar de dieren voorkomen) over een gezamenlijke aanpak als AVP wordt geconstateerd bij wilde zwijnen.
Acties
Zodra AVP wordt vastgesteld in Nederland, zullen de draaiboeken worden gevolgd. De minister zal dan een besmet gebied instellen met daaromheen een buffergebied. In het besmette gebied neemt de minister maatregelen als afscherm- en opstalplicht en maatregelen voor het veilig vervoer van varkens. Ook wordt het besmette gebied dan gesloten voor allerlei activiteiten, waaronder jacht en recreatie. De bedoeling daarvan is rust te creëren in de zwijnenpopulatie, zodat die niet verder trekken en de ziekte verder verspreiden, en om de epidemiologische situatie in kaart te brengen. In het buffergebied wordt daarentegen het aantal zwijnen gereduceerd, om zo de kans op migratie van zwijnen uit het besmette gebied zo klein mogelijk te maken.
Tekst: Wim van Gruisen
Zoon van een Zuid-Limburgse pluimveehouder met eigen slachterij, geschoold als econoom. Sinds 2011 in dienst van Agrio, waar hij artikelen schrijft voor de regio- en vakbladen en de Agrio-websites. Zijn focus lag aanvankelijk op landbouweconomie, tegenwoordig vooral op de Haagse en Brusselse politiek.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Ministerie van LNV