„Voor veehouders blijft er ruimte"
Kweekvlees binnen tien jaar in supermarkt
Mosa Meat is het bedrijf achter Marc Post, die vijf jaar geleden de eerste kweekvleeshamburger presenteerde. Sinds die gebeurtenis is de ontwikkeling van kweekvlees verdergegaan, kregen de Kamerleden te horen, maar vooral buiten Nederland. Een dertig bedrijven, vooral in de VS, Israel en Japan, zijn met de technologie aan de slag gegaan. Dat de ontwikkeling in Nederland is blijven steken was vooral vanwege terughoudend overheidsbeleid, stelden Verstrate en andere sprekers. Volgens hen zou de overheid de ontwikkeling moeten stimuleren door het financieren van publiek onderzoek naar de technologie en door het promoten van kweekvlees in de markt.
Opschalen
Op kleine schaal kunnen deze bedrijven nu al kweekvlees maken. Zij zijn nu bezig uit te vinden hoe ze de productie kunnen opschalen tot hoeveelheden waarmee dit vlees op grote schaal geproduceerd kan worden. Verstrate denkt met zijn bedrijf nog twee tot drie jaar nodig te hebben voordat hij kan laten zien dat dat kan. Daarna duurt het nog ongeveer twee jaar, zei hij, voordat er een productiecapaciteit van enige omvang staat.
Een ander knelpunt is de voedingsstof van kweekvlees. Op het moment wordt daarvoor het zogenaamde feutale kalfsserum gebruikt, het bloed van het ongeboren kalf van zwangere koeien die naar de slacht gaan. Kweekvleesproducenten proberen zich te afficheren als diervriendelijk alternatief, en daar past het gebruik van dit serum niet bij. Zij werken daarom aan de ontwikkeling van andere, plantgebaseerde, serums als voedingsstof.
Risico's onbekend
Henry Uitslag, campagneleider voeding bij de Consumentenbond, was voorzichtiger. „De vervaardiging van kweekvlees is een nieuwe technologie, waarbij nog geen ervaring is opgedaan met de identificatie van potentiële risico’s voor de voedselveiligheid“, argumenteerde hij. „Aan de productie van kweekvlees kleven mogelijk andere risico’s dan aan gangbaar vlees.“ Hij stelde dat kweekvlees net als andere voedselmiddelen moet worden onderworpen aan onafhankelijke beoordeling door de Europese Voedselautoriteit. Hij wees naar het voorval dit voorjaar, toen de NVWA wetenschapsmuseum NEMO verbood om zijn bezoekers kweekvlees te presenteren. „De autoriteiten werden beschuldigd van laksheid en tegenwerking“, zei hij, „maar de belanghebbenden hebben nog niet eens een aanvraag gedaan voor het goedkeuringstraject.“
Uitslag vindt het aan de consument om te kiezen of deze kweekvlees wil eten of niet. Als kweekvlees op de markt wordt toegelaten, moet het duidelijk te onderscheiden zijn van gangbaar vlees. Het etiket dient te vermelden dat het om kweekvlees gaat. Ook in de horeca en catering moet dit duidelijk worden. De campagneleider wees erop dat de grote gelijkenis tussen gangbaar vlees en kweekvlees fraude in de hand kan werken.
Ruimte voor boeren
Daan Luining, research director van de Cellular Agriculture Society, een organisatie die de ontwikkeling van kweekvlees ondersteunt, vertelde de Kamer dat hij nog ruimte ziet voor gangbare veehouderij als kweekvlees op de markt komt. „De komst van nieuwe vleesproductiemethoden maakt de veehouderij en de gehele keten daaromheen geenszins overbodig“, meende hij. „Maar die veehouders krijgen wel de ruimte om kleinschaliger, met meer aandacht voor mens, dier en milieu te boeren, doordat de noodzaak voor intensieve veeteelt afneemt.“ WUR-professor Cor van der Weele vulde aan: „De huidige veehouders zouden betrokken kunnen raken bij een gedeeltelijke transitie naar kweekvlees, bijvoorbeeld door een ‘gemengd bedrijf’, waarin extensieve manieren van dieren houden wordt gecombineerd met een kweekvleesfabriekje.