‘Preventie heeft de toekomst’
Vanwege het risico op resistentievorming gebruikt de Nederlandse veeteelt zo min mogelijk antibiotica. Om dieren toch gezond te laten opgroeien, moeten veehouders op zoek naar de balans tussen ziektepreventie en -bestrijding, stelt Herman Prüst, Technical and Marketing Manager Swine bij HIPRA Benelux.
Hoe houden veehouders hun dieren gezond zonder antibiotica?
“In theorie kom je een heel eind met de juiste combinatie van hygiëne, vakmanschap en voedingsmaatregelen. Anders gezegd: dieren in schone stallen en niet met zijn allen op een hoop. De praktijk pakt soms echter anders uit. Lang niet elke veehouder wil een grote veestapel, maar de noodzaak hiertoe is ontstaan door marktwerking. Om het voedsel betaalbaar te houden, moet efficiënt geproduceerd worden. Aan de andere kant is niet gezegd dat vijftig varkens in de wei minder (vaak) ziek zullen worden dan tweehonderd varkens in een krappe stal. Buiten komen ze wellicht met meer of andere ziektekiemen in aanraking.”
Men kan er ook voor kiezen ziekten te voorkomen met behulp van vaccinaties
“Dat klopt. Die keuze ligt in principe bij de veehouder en is gebaseerd op een afweging van voor- en nadelen. Melkvee wordt relatief weinig gevaccineerd, terwijl pluimvee- en varkenshouders hun dieren vaker inenten. Enerzijds helpen dierenvaccinaties in de bijdrage aan een betere productie. Anderzijds zijn er kosten aan verbonden en heeft de vaccinatie zelf ook een impact op het dier. Je brengt bij elke vaccinatie een (stukje van een) verzwakte ziektekiem in; het aanmaken van antistoffen om daartegen te vechten vormt een belasting voor het dier. Onnodig vaccineren is dan ook niet de bedoeling.”
Wanneer is het wel nodig?
“Wanneer je een ziek dier hebt, dan behandel je dat dier en monitor je de situatie. Wanneer echter 2 of 3 procent van een veestapel ziek wordt, is het verstandig onderzoek te doen naar de oorzaak en te evalueren of preventief vaccineren van de rest de juiste zet is. Het blijft een risicoinschatting: wegen de kosten en impact van vaccineren op tegen het risico dat dieren ziek worden?”
Wat kunnen jullie betekenen op het gebied van diergezondheid?
“Wij vinden dat preventie de toekomst heeft. Vijftien jaar geleden heeft Hipra de bewuste keuze gemaakt om te stoppen met het ontwikkelen van antibiotica en te focussen op diagnostiek en vaccins. Daarbij houden we het hele proces zelf in handen, van onderzoek en productie tot marketing en begeleiding. Op die manier weten we zeker wat het product kan en welke meerwaarde het heeft. Die meerwaarde moet er wel zijn; als blijkt dat een vaccin net zo goed is als iets wat al wordt aangeboden, richten we onze pijlen op iets anders. Naast een goed product zetten we ons in voor meer transparantie rondom vaccineren met behulp van automatisering. Bijvoorbeeld in de vorm van een vaccinatieapparaat met bijbehorende software waarmee te allen tijde direct zichtbaar is welk vaccin gegeven is, hoeveel doses en wanneer.”
Welke voordelen brengt transparantie met zich mee?
“Wanneer een fokker biggen aflevert aan een vleesvarkenshouder, zijn er afspraken over welke dierenvaccinaties de biggen wel of niet gehad moeten hebben. Een geautomatiseerd rapport geeft dan meer zekerheid. Dat is in de toekomst misschien ook interessant voor supermarkten. Die kunnen consumenten met zekerheid informeren over de antibiotica- inname en vaccinaties van het dier waarvan een stuk vlees afkomstig is.”
Dit artikel is op 28 september gepubliceerd in de uitgave: Trouw Dierenwelzijn en Gezondheid van de Pulse Media Group.
Tekst: Laura Fransen
Bronnen: Trouw Dierenwelzijn, gezondheid