Jagers willen meer vrijheid bij zwijnenjacht
De KNJV is zeer bezorgd over de AVP. Helemaal na de forse toename van 44 besmette wilde zwijnen vorige week naar 75 nu. Met daarnaast een verdubbeling van het kerngebied in Wallonië waarbinnen deze besmettingen zijn geconstateerd van 2.500 ha naar 5.500 ha. In een verklaring zegt KNJV-directeur Laurens Hoedemaker dit een zeer zorgwekkende situatie te vinden, waarop Nederland adequaat moet reageren. Hoedemaker: „Nederland kan zich niet veroorloven lang te wachten met maatregelen.” Hoedemaker zou graag zien dat het Rijk (ministerie van LNV) de regie pakt in de AVP-bestrijding. Verder pleit hij voor het toestaan van bewegingsjacht, nachtzichtapparatuur en het gebruik van een geluiddemper voor alle jagers. Daarmee kan het bejagen van de zwijnen effectiever plaatsvinden. Verder vindt de KNJV dat de bejaging van wilde zwijnen in álle gebieden moet gebeuren en terreineigenaren zich niet aan die inzet moeten kunnen onttrekken. „We moeten nú stappen zetten, in het belang van mens en dier”, onderstreept Hoedemaker.
Europese aanpak
Hoedemaker wijst ook naar de Landbouwcommissie van het Europees Parlement die adviseert om het aantal wilde zwijnen naar beneden te brengen als succesvolle preventiemaatregel. „Hoe lager het aantal, hoe kleiner het risico dat het virus hier kan landen. Als het virus hier uitbreekt zijn de gevolgen immens. De reguliere varkenshouderij zal niet meer kunnen exporteren en binnen enkele weken failliet gaan. De huidige situatie in Oost-Europa laat zien dat deze blokkades jaren zullen duren”. Daarnaast wijst Hoedemaker op de financiële gevolgen voor de recreatie- en horecasector en de gevolgen voor dierenwelzijn, als het virus uitbreekt. Gebieden zullen immers voor langere tijd op slot gaan om verdere besmetting te voorkomen. Op het gebied van dierenwelzijn valt ook het nodige aan te merken: het ziektebeeld is zodanig dat wilde zwijnen enkele dagen ernstig lijden voordat zij doodgaan aan de gevolgen van het virus. „Alle partijen (jagers, varkenshouders, LNV) aan de tafel zijn zich bewust van het risico en het enorme belang om een uitbraak in Nederland te voorkomen”, zegt Hoedemaker. „Echter, het ministerie is voor de uitvoering afhankelijk van de provincies. De provincies lopen op hun beurt aan tegen belemmerende wet- en regelgeving en hebben te maken met terreinbeherende organisaties die niet overal in hun provincie meewerken.”
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Agrio archief
Bron: Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging