“Opfokgelt is de toekomst van het bedrijf”
Het belang van een goede geltenopfok krijgt dit jaar veel aandacht. Zeer terecht, vindt Gert van Beek, kern- en subfokker voor Topigs Norsvin. “De gelt is de toekomst van het bedrijf”, vat hij het belang kort en krachtig samen. Van Beek nam ruim tien jaar geleden het voorma- lig varkensproefbedrijf in Lelystad van Wageningen UR over en zette het als fokbedrijf voort. Samen met Wilma heeft hij onder SPF-omstandigheden circa 550 zeugen en 3.000 opfokplaatsen. Op het bedrijf produceert Van Beek de Z-lijn, dat is één van de ouders van de TN70.
Daarnaast is hij subfokker voor de productie van TN70-gelten. Deze worden, afhankelijk van de wensen van de klant, afgeleverd op een leeftijd variërend van zes weken tot zes maanden.
Tien jaar verder
Het bedrijf bestaat bij de gratie van een succesvolle geltenopfok. De lat ligt daarom hoog. Maar in Gerts overtuiging moet iedere zeugenhouder maximaal aandacht hebben voor de geltenopfok. Dat is tegenwoordig nog belangrijker dan voorheen; zeugen zijn vleesrijker dan tien jaar geleden en hebben een lagere voeropname. “Daar past een houderij bij die tien jaar verder is. Bovendien staan alle zeugen in groepshuisvesting, waardoor de gelt in een korte tijd sociaal veel veranderingen doormaakt.”
Werken volgens de normen
Het voert te ver om alle aspecten die Van Beek op zijn bedrijf optimaliseert, te beschrijven. Van een correcte voeding en huisvesting tot het monitoren van de gewichtsontwikkeling en de spekdikte. Hij benadrukt dat een goede geltenop- fok geen rocketscience is: “Het is niet bijster ingewikkeld, het draait vooral om werken volgens normen en werkwijzen die al lang bekend zijn.” Voor het voeren heeft Van Beek een CDI-installatie waarmee hij per hok een mengsel maakt en voerovergangen geruisloos laat verlopen. In overleg met de adviseurs van ForFarmers en Topigs Norsvin zijn een optimale voerhoeveel- heid en mengverhouding samengesteld. “In elke fase houden we rekening met de behoefte. De groei moet goed zijn, maar ze mogen zeker niet vervetten.” Voor een zeugenhouder is een derge- lijke installatie niet nodig, maar speciaal opfokvoer in een goede opfokstal is wel de basis.
SPF-status
Dankzij SPF komen ziekteverwekkers het bedrijf niet binnen. De doordachte en consequente werkwijze voorkomt verder dat eventuele kiemen zich binnen de diergroepen en leeftijdsgroepen verspreiden. SPF zorgt er volgens Van Beek ook voor dat de gelten beter bestand zijn tegen stressvolle momen- ten. Daarnaast verhoogt de SPF-status de kwaliteit en de productie van de gelten die hij aflevert. Het doel van dit alles is het afleveren van gelten die op het ontvangende bedrijf volledig tot hun recht komen.
Correcte aanvoerplanning
Een aspect dat volgens Van Beek op de zeugenbedrijven meer aandacht mag krijgen, is een correcte aanvoerplan- ning. Hij merkt nog te vaak dat de geltenaanvoer niet goed aansluit op de uitstoot van zeugen. “Er valt bijvoor- beeld een gat en dan moet een gelt worden ingezet terwijl het eigenlijk beter is om haar nog drie weken te laten staan. Een dekplanning moet je maken op basis van kwaliteit en niet alleen kwantiteit”, adviseert de opfokgelten- expert. Dat begint met een aanvoer- frequentie, leeftijd en groepsgrootte die passen bij het bedrijf. In de stal is het vervolgens een kwestie van goed kijken wanneer welke gelten het beste inschuiven. “Moeilijk is dat niet, het is vooral bewust met de geltenaanvoer en planning bezig zijn.”
Lees deze reportage en meer in de Voertaal Varkens van Forfarmers