‘We onderschatten wat invoer gelten met gezondheid doet’
Koenders: „Gemiddeld vervangen gelten 40 tot 45 procent van de zeugenstapel. 40 procent van 1.000 dieren is 400 dieren. Grotere aantallen zorgen voor meer ziektekiemen; en meer nieuwe dieren veroorzaken meer risico op ziektekiemen. Daarnaast bestaat de zeugenstapel ook nog eens uit 25 procent eerste worps-dieren. Het grootste gedeelte van de zeugenstapel bestaat dus uit jonge dieren. Dat heeft een impact op de stabiliteit van de zeugenstapel. Het kost uiteraard veel geld om de gelten in quarantaine te doen met een adaptie-procedure. Maar het kost nog meer geld als je het niet goed doet.”
Grootste risico
De jonge gelten moeten volgens Koenders ook wennen aan de nieuwe omgeving en ziektekiemen. Ze moeten ook gevaccineerd worden en natuurlijk goed groeien als zij op 10 weken worden ingevoerd. „Het gewicht bij de eerste dekking is namelijk cruciaal voor de verdere levensloop van de zeug. Een gelt kan zomaar 10 tot 20 kilo afvallen als zij ingevoerd wordt”, waarschuwde de dierenarts. „Een gecontroleerde manier van gelten introduceren in de veestapel is daarom belangrijk, omdat je nooit weet wat de gelten meenemen. De ervaring leert dat wat een zeugenhouder niet ziet, meestal het grootste risico vormt.” De gelten moeten dus zo schoon mogelijk zijn en ook een immuniteit hebben; al is die balans van schoon en immuniteit lastig te realiseren.
Jutezak
De quarantaine-stal moet afgescheiden zijn van de zeugenstal en de gelten worden geleidelijk ‘gewend’ aan hun nieuwe omgeving en de zeugenstapel. Dat kan door een jutezak naar de gelten te brengen of ze eventjes in de zeugenstal te zetten of slachtzeugen tussen de gelten te brengen. Daarna volgt een ‘cool down’-periode van minimaal zes weken. Twaalf weken is in verband met Mycoplasma net iets beter volgens Koenders. „Gelten hebben de tijd nodig en hoe eerder ze in contact komen hoe beter. Het is dus beter om jonge gelten aan te voeren dan oudere gelten.”
Beeld: Karin Heijting