Milieudefensie biedt boeren excuses aan: 'Spijt van polarisatie'
Dat zei beleidsmedewerker Voedsel bij Milieudefensie, Jurjen de Waal deze week op de jaarvergadering van de jonge boeren en tuinders van Hollands Agrarisch Jongeren Kontakt (HAJK). De Waal erkende, in de met ruim 200 boeren en tuinders gevulde zaal, de rol die Milieudefensie jaren heeft gespeeld in de polarisatie van de discussie over de Nederlandse boeren. ,,Wij willen dat niet meer. Wij willen het anders gaan doen. Meer praten mét de boer, in plaats van over de boer.”
Van eigen bodem
Milieudefensie stelde jarenlang dat de boer het probleem is bij bijvoorbeeld milieuschade of dierenleed. Nu stelt de organisatie dat de boer ‘de oplossing’ heeft. Milieudefensie wil in de toekomst de consument juist wijzen op de voordelen van voedsel dat is geproduceerd door de Nederlandse boeren en tuinders. „Wij willen dat mensen meer gaan eten van eigen bodem, in plaats van uit de fabriek ver weg. De Nederlandse boeren hebben de oplossing voor tal van maatschappelijke problemen, zoals gezondheid, werkgelegenheid en milieu- en natuurwinst”, aldus De Waal. Milieudefensie wil daarnaast opkomen voor een beter inkomen voor de boer. „En we zetten niet alleen in op biologisch eten, de focus ligt op alle voedsel van eigen bodem.”
Argwanend
Op Twitter reageerden boeren deze week argwanend op de nieuwe koers van Milieudefensie. Zo schreef melkveehoudster Leonie Bosch-Chapel: „Ik heb Milieudefensie nog nooit betrapt op de zuivere waarheid. Ze claimen zonder blikken of blozen dat fijnstof in Nederland autisme veroorzaakt. Ronden percentages uit onderzoek af van 6 naar 30 procent en schrijven 'absoluut', waar 'eventueel' stond. Kalverhouder Martijn Kuijken twitterde: „Ik zou maar niet te voorbarig zijn met het geloven van de nieuwe boodschap van Milieudefensie.”
De Brabantse boerin Henny Verhoeven, gelooft wel dat Milieudefensie oprecht voor een koerswijziging gaat. „Maar daar moet ook hun achterban in mee. Ook daar zal wantrouwen zijn. We gaan zien of het slaagt, maar het is fijn dat er meer erkenning is voor de boer.”